Kamer kritisch over import dierlijke mest

De Kamer wil minder mestimport nu Nederland kampt met een mestoverschot. Minister Wiersma erkent het probleem, maar benadrukt het beperkte aandeel van import.

Meerdere fracties in de Tweede Kamer zijn kritisch over de import van dierlijke mest, nu Nederland een mestoverschot heeft. NSC-Kamerlid Harm Holman vraagt zich af of de import van dierlijke mest niet beperkt kan worden. Tijdens een debat in de Tweede Kamer vraagt hij openlijk waar men moreel ethisch mee bezig is bij de huidige mestimport.

Landbouwminister Femke Wiersma erkent dat mest wordt geïmporteerd, maar overweegt geen maatregelen. Ze benadrukt dat Nederland zeven keer meer mest exporteert dan importeert. “Dat is niet niks, maar relatief beperkt ten opzichte van de totale mesthandel.” De minister wijst erop dat specifieke mestsoorten worden geïmporteerd, zoals paardenmest voor champignonteelt en pluimveemest voor mestverwerking.

Afname import mest ten opzichte van vorig jaar

Uit cijfers van RVO blijkt dat tot en met het derde kwartaal van dit jaar 482.000 ton mest is geïmporteerd. Dit bevat 1,8 miljoen kilo fosfaat en 3,7 miljoen kilo stikstof. Dit is bijna 12% minder import dan in dezelfde periode vorig jaar. Vooral de import van pluimveemest nam met 20% toe, naar ongeveer 70.000 ton. De markt voor pluimveemest is vraaggestuurd vanwege mestverwerking. Pluimveehouders ontvangen geld voor het leveren van mest, in tegenstelling tot varkens- en rundveehouders. De import van varkensmest daalde met 37% naar ruim 100.000 ton, terwijl de import van rundveemest met 4% kromp naar 113.000 ton.

Sinds 2018 ligt de jaarlijkse import tussen de 650.000 en 715.000 ton, met circa 2,3 miljoen kilo fosfaat en 4,5 miljoen kilo stikstof. De export is aanzienlijk groter, met 2,6 miljoen tot 3 miljoen ton mest, die 29 miljoen tot 35 miljoen kilo fosfaat en 30 miljoen tot 37 miljoen kilo stikstof bevat.

_{Lees verder onder de tabel}

Kamer wil meer transparantie in mestmarkt

De Tweede Kamer maakt zich ook zorgen over de transparantie in de mestmarkt. Kamerleden pleiten voor meer inzicht in de prijsvorming, omdat de prijzen momenteel hoog zijn. ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis vraagt of Autoriteit Consument & Markt (ACM) of de overheid hierin een rol kan spelen. Hij vindt dat veehouders beschermd moeten worden tegen te hoge mestprijzen. Wiersma overlegt hierover met brancheorganisatie Cumela. Zij wijst erop dat de mestmarkt complex is. “Ik ben het ermee eens dat de mestmarkt transparanter moet worden, maar er is niet één mestmarkt. Het hangt sterk af van de soort mest en de regionale balans.” Als er in een regio geen plaats is voor mest, loopt de veehouder tegen hoge afzetkosten aan. De prijzen voor langeafstandstransport liggen momenteel boven de €32 per kuub.