General Mills: Toekomst voedingsbedrijven ligt in Afrika

Des Moines – De Amerikaanse multinationals General Mills en Cargill en het Nederlandse chemiebedrijf DSM zullen de komende jaren miljoenen dollars investeren in de ontwikkeling van voedingsbedrijven in Afrika. Dat heeft directeur Kendal Powell van levensmiddelengigant General Mills donderdag bekendgemaakt tijdens een internationale bijeenkomst over voedselzekerheid in Des Moines in de Verenigde Staten.

Via de door General Mills opgezette non-profitorganisatie Partners in Food Solutions en in samenwerking met USAID, de ontwikkelingstak van de Amerikaanse overheid, zal 15 miljoen dollar worden vrijgemaakt om te investeren in voedingsbedrijven in Afrika en ze te helpen ontwikkelen en uitbreiden en toegang te verschaffen tot nieuwe markten, aldus Powell.

“Wij hebben de expertise die voedselproducenten nodig hebben,” zegt hij. “Het is veel meer dan liefdadigheid. Het gaat om het benutten van zakenkansen.” Volgens de directeur zal Afrika, dat al jaren sterke economische groei boekt, in de nabije toekomst het centrum van de wereldvoedselproductie zijn en hij voorspelt dan ook dat “elk voedingsconcern in de wereld” er in actief zal zijn.

Volgens Powel zullen vrijwilligers van General Mills, Cargill en DSM vrijwillig training geven bij meer dan vijfhonderd voedingsbedrijven waarvan vervolgens “honderdduizenden boeren en miljoenen consumenten” profiteren. DSM-directeur Feike Sijbesman zegt dat zijn bedrijf het “niet alleen als een eer maar als een verantwoordelijkheid” ziet om tijd en wetenschappelijke kennis te delen en zo het hongerprobleem aan te pakken.

Uit een studie van het Global Harvest Initiative (GHI), een organisatie gesteund door het bedrijfsleven, bleek gisteren dat als Sub-Sahara Afrika de landbouwproductie niet drastisch verhoogt, het in 2050 slechts 13 procent van de bevolking van voedsel kan voorzien.

Volgens de landbouwvleugel van de Verenigde Naties, de FAO, telt de wereld in 2050 zeker 9 miljard inwoners en moet de landbouwproductie minstens verdubbelen om iedereen voldoende te kunnen voeden. De beste manier om dat te bereiken is door middel van meer investeringen in kennis en innovatie, toegang tot markten en het juiste landbouwbeleid, aldus de studie van het GHI.