‘Europa maakt vaart met de wolf, nu Rummenie nog’

Stikstof, mest en gewasbeschermingsmiddelen zijn grote politieke en maatschappelijke dossiers. Toch zijn weinig onderwerpen zo gepolariseerd als de wolf.

Van een ‘oorlogsgebied op het platteland’ tot de ‘wilde natuur’ van Nederland waarin de wolf thuishoort. Op allebei valt wel iets af te dingen, maar een middenweg lijkt er niet te zijn. Het wolvendebat in de Tweede Kamer van 25 maart was in dat opzicht een spiegel van wat in het land gebeurt: fel en geen oor voor het andere geluid. Modderen in het eigen gelijk.

Lees ook: In vijf weken bijna 800 slachtoffers wolf erbij

Rummenie loopt achter de feiten aan

Als de nuance ontbreekt, is een richtinggevende overheid belangrijk. In dat opzicht is het een gemiste kans dat staatssecretaris Jean Rummenie zijn huiswerk in het wolvendossier nog niet af heeft. Rummenie heeft alleen wetgeving in concept klaar staan en twee essentiële onderdelen ontbreken: de gunstige staat van instandhouding en referentiepopulatie van wolven. Daarmee is zijn wolvenwetgeving nog niet klaar voor een lagere Europese wolvenstatus.

Europa schakelt wel door

Juist die lagere Europese status kwam er vorige week opeens. De snelheid was weliswaar verrassend, maar begin december was al bekend dat een meerderheid van de Europese staten de wolvenstatus wilde verlagen. Donderdag stemde het Europees Parlement daadwerkelijk in met het voorstel om de wolvenstatus te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Dat betekent dat het makkelijker wordt om probleemwolven te verjagen of eventueel af te schieten. Die Europese statusverlaging is waarschijnlijk voor de zomer definitief een feit. Nederland is dan dus niet zover. Het leidde al tot grote verbazing bij SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen. “Dat had alleen nog een druk op de knop moeten zijn”, reageerde hij.

Zonder die druk op de knop is de Europese wolvenstatusverlaging voorlopig niets waard. Rummenie moet snel(ler) vaart maken.