Brabantse partijen willen met spoed debat over stallendeadline

BBB, CDA, PVV en JA21 willen volgende week vrijdag 29 september de gedeputeerden Marc Oudenhoven (agrarische ontwikkeling) en Hagar Roijackers (natuur) bevragen over de al lang slepende kwestie, die volgens de partijen met spoed besproken moet worden.

In eerste instantie stond voor 29 september een Statenvergadering uitgeschreven, maar de provincie besloot die deze week te schrappen omdat er geen onderwerpen zouden zijn om te bespreken. CDA, PVV, JA21 en de BBB – de grootste fractie in de Staten, maar geen coalitiedeelnemer – willen echter wel in gesprek met Gedeputeerde Staten en hebben daarom een interpellatiedebat aangevraagd, iets wat niet zo vaak voorkomt. Dat is een debat over een onderwerp dat niet op de agenda staat voor een vergadering. Volgens de griffie is nog niet zeker of dat er daadwerkelijk komt.

Rechten en zekerheden boeren

“Het debat belooft een cruciaal moment te worden in de discussie over de rechten en zekerheid van boeren in de provincie”, meldt de Brabantse CDA-fractie. “De uitkomst ervan zal van invloed zijn op de toekomst van de agrarische sector in de regio.”

Haast is geboden, omdat sommige groepen veehouders formeel voor 1 oktober een vergunning aangevraagd moeten hebben om over te stappen naar een stalsysteem waarmee de stikstofuitstoot zou worden verminderd. Voor melkvee- en kalverhouders is de deadline door de nieuwe coalitie verschoven, maar dit moet volgens de partijen die het debat hebben aangevraagd nog wel worden vastgelegd. Zij vinden dat het college handelt ‘in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur’ door de boeren in onzekerheid te houden.

Dit is een rampzalig dossier

Al jarenlang wordt in Brabant over dit thema gesproken. De stallendeadline leidde zelfs al tot de val van een coalitie. Inmiddels staat het effect van de stalmaatregelen ter discussie.

“Dit is een rampzalig dossier”, zegt Tanja van de Ven-Vogels, Statenlid van het CDA. “De tijd is te krap. De risico’s liggen nu bij de ondernemers. We willen van Gedeputeerde Staten horen wat ze hieraan gaan doen.”