Inteelt houdt de gemoederen van veehouders flink bezig. Toch wijzen cijfers (nog) niet op een dramatische toename ervan.
Inteelt is weer vaker onderwerp van gesprek. Onlangs meldde marktonderzoeksbureau Geelen Consultancy dat 45 procent van de veehouders bezorgd is over inteelt. Terecht? Als we de cijfers van de inteeltcoëfficiënt in Nederland van 100 procent Holstein-dieren op langere termijn zien, werd – na een flinke stijging sinds eind jaren tachtig – in 2002 een niveau bereikt van 4,5 procent inteelt in de populatie.
Per generatie 0,5 tot 1,0 procentpunt stijging van inteelt is acceptabel, oftewel een toename van 0,1 tot 0,2 procentpunt per jaar, stelt Roel Veerkamp, onderzoeker fokkerij en genetica van Wageningen UR. Bij roodbont is er nog toename, bij zwartbont varieert de inteeltcoëfficiënt al tien jaar van 4,5 tot 4,7. Veerkamp: "Stabiel dus. 4,5 is een acceptabel niveau dat niet tot problemen leidt. Ook de stabiliteit van het niveau is gunstig, dus is er nu geen probleem op dat gebied."
Nauw verwante dieren niet laten paren
Toch is er onrust over inteelt. Veerkamp stelt dat de negatieve effecten van inteelt, zoals inteeltdepressie, pas zichtbaar worden als de inteeltgraad te snel oploopt. Dat wil zeggen als de veehouder nauw verwante dieren met elkaar laat paren. Dat betekent dat de veehouder inteelt zelf in de hand heeft. Lees daarover meer in Boerderij 32 van 6 mei.
Laatste reacties
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.