Wintertarwe maakt slechte start in VS

Het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) heeft voor het eerst dit seizoen de stand van de wintertarwe geclassificeerd. Het USDA hanteert vijf klassen: zeer slecht, slecht, gemiddeld, goed en uitstekend.

Dit jaar valt 47 procent van de wintertarwe in de twee hoogste klassen. Het USDA beoordeelt 14% als slecht of zeer slecht. Dat is ondergemiddeld. In de laatste tien jaar was gemiddeld 54 procent van de wintertarwe eind oktober goed of uitstekend en 10 procent slecht of zeer slecht. Vooral in de staat Oregon ziet het er niet best uit. Het USDA kreeg geen meldingen van percelen die er uitstekend bij staan. Slechts 8 procent van de tarwe krijgt de classificatie goed. In Kansas, de belangrijkste tarwestaat in de VS, valt 41% van de tarwe in de klasse goed of uitstekend.

Vergelijkbaar met vijf jaar geleden

De score voor dit najaar is vergelijkbaar met die van 2010 en 2011 en beter dan die van 2012. In dat jaar viel slechts 40 procent van de tarwe in de VS in de twee hoogste klassen en stond 15 procent van de percelen er eind oktober slecht of zeer slecht voor. In vergelijking met de andere jaren vanaf 2006 staat de tarwe er nu slechter voor. De beste start maakte de wintertarwe in 2013 met een score van 65 procent goed of uitstekend en 5 procent slecht of zeer slecht.

Verrassende score

Volgens nieuwssite Agrimoney was de USDA-inschatting een verrassing. De handel had een score verwacht van 55 procent goed of uitstekend. De USDA-publicatie duwde de tarweprijzen maandag omhoog op de termijnmarkten in Parijs en Chicago. Maar in Parijs zakten de tarweprijzen dinsdag weer. In Chicago bleven ze stabiel.