1966: Goede handmelkers werden goede machinemelkers

De foto is gemaakt in 1966 en volgens de potloodkrabbel achterop betreft het een les in handmelken. Hoewel in die tijd de melkmachine op veel bedrijven al niet meer weg te denken was, werd er op landbouwscholen nog veel belang aan gehecht. Goed kunnen handmelken, was de basis. Wie die niet had, zou nooit een goede machinemelker worden, zo was het idee. En dus moesten leerlingen aan de slag. Meters maken, de slag te pakken krijgen, de vuist van boven naar beneden dichtknijpen en niet trekken en strippen. Soms was goed leren handmelken meer een kwestie van aangeleerde technieken afleren dan van nieuwe technieken aanleren.

Een paar keer per jaar werden oudermiddagen georganiseerd. Ouders konden dan met eigen ogen zien hoe het er op school aan toe ging. Een kleine handmelkdemonstratie mocht dan natuurlijk niet ontbreken.

Diploma op zak

Terwijl de lagere landbouwscholen instaken op veel praktijkonderwijs, zoals onder andere handmelken, lanceerde de Overijsselse Landbouw Maatschappij een rapport waarin ze stelde dat een goede boer minstens een ulo of hbs-diploma op zak moest hebben. Dat was tegen het zere been van de lagere landbouwscholen. In het Holtens Nieuwsblad werd de directeur van de regionale lagere landbouwschool aangehaald. Hij vond dat al die geleerdheid niet per se nodig was om een goede boer te zijn. Een mensentype dat ijverig is en weerstand heeft, kon als boer uitstekend slagen, zo was zijn opvatting.