1939: Een goede stier was een móóie stier
Klein maar fijn, zo dachten boeren vroeger over fokkerij. Uiterlijk was het belangrijkst. Productie en duurzaamheid waren nog geen item.
Volgens de krabbel achterop is deze foto gemaakt in 1939. De vraag is of dat klopt, want dat jaar ging er mond- en klauwzeer rond. Hoewel er nog geen landelijke regels waren zoals een vervoersverbod, is het toch niet erg waarschijnlijk dat er veekeuringen werden gehouden.
Want dat is waar het tafereel op de foto over gaat. De stierkalveren hebben een eerste en een tweede prijs in de wacht gesleept. Voor de eigenaren zeer verheugend. Immers: een gelauwerde dekstier bracht meer geld in het laatje dan zomaar een stier.
Nadruk op exterieur
De fokkerij zat destijds wel anders in elkaar dan nu. Men keek puur naar exterieur. Eigenschappen als melkgift, hoge vet- en eiwitgehalten en levensduur werden nog niet meegenomen. Een goede koe? Dat was vooral een móóie koe. Die nadruk op exterieur leidde ertoe dat de voorkeur voor niet al te grote dieren steeds duidelijker zichtbaar werd.
Koeien en stieren waren stukken kleiner dan nu en de melkgift was ook niet om over naar huis te schrijven. Intussen fokten de boeren in Amerika een hele andere kant op: melkgift stond bovenaan het lijstje. De grootste dieren gaven het meeste, vandaar dat dieren daar steeds groter werden.
Het verhaal is bekend: vanwege die melk waren Amerikaanse koeien al snel gewilder dan de Nederlandse en zo veroverden de reuzenholsteins eind jaren zestig in korte tijd de wereld. De kleintjes zoals op de foto, zouden uiteindelijk tot de zeldzame huisdierrassen gaan behoren.
In de rubriek Zo ging het toen gaan we terug in de tijd. Boerderij bestaat al meer dan 100 jaar en aan de hand van foto's uit het archief kijken we naar de agrarische sector in de vorige eeuw. Benieuwd naar meer historie? Check het dossier Zo ging het toen.
Wat ik over die geschiedenis heb meegekregen is dat een aantal Noord Hollanders al hoog productieve koeien hadden toen de Friezen nog op witte voetjes fokten. De Amerikanen waren in Nederland wezen winkelen voor koeien en vonden in Noord Holland de hoog productieve dieren waar ze naar op zoek waren.