RundveeNieuws

Dijksma wil grondgebondenheid niet verplichten

Den Haag – Staatssecretaris Sharon Dijksma wil de nieuwe melkveewet niet alleen beperken tot groei door middel van grond. De verplichte grondgebondenheid in de melkveehouderij zou een enorm prijsopdrijvend effect hebben op de grondmarkt en daarmee direct gevolgen hebben voor het ontwikkelingsperspectief voor individuele ondernemers, mede door de verschillen in beschikbaarheid van grond in verschillende regio’s.

Dat schrijft de staatssecretaris van Economische Zaken in reactie op vragen van Kamerleden over de nieuwe wet ‘Grondgebonden melkveehouderij’.

Dijksma wijst erop dat in 2013 60 procent van de melkveehouderijen op bedrijfsniveau een fosfaatoverschot had en daarmee niet grondgebonden was. “Ook uit landbouwkundig oogpunt is zuiver grondgebonden uitbreiding niet nodig. Een verantwoorde afzet van fosfaat uit dierlijke mest van melkveehouders kan ook op grond die niet bij het eigen bedrijf in gebruik is”, vindt Dijksma.

Er is volgens Dijksma vanuit milieukundig of Europees perspectief geen aanleiding om de groei van de melkveehouderij te beperken tot de grondgebonden bedrijven of  om groei alleen toe te staan als deze grondgebonden is. Het kabinet onderschrijft wel het belang van het grondgebonden karakter van de sector en wil daarom in overleg met de sector, maatschappelijke organisaties en provincies vergaande afspraken maken over concrete stappen die de verschillende partijen gaan maken om te zorgen dat dat de grondgebondenheid behouden of versterkt wordt. Dijksma denkt dan aan het verhogen van de weidepremie door de zuivelketen. “Het is van belang dat de sector in ketenverband een verdienmodel ontwikkelt waardoor grondgebondenheid in de melkveehouderij en weidegang financieel wordt beloond”, aldus Dijksma, die hierover woensdagmiddag een gesprek met vertegenwoordigers vanuit de sector heeft.

Dijksma gaat wel een wetsvoorstel voor invoering dierrechten voor de melkveehouderij voorbereiden. Dit is volgens haar nodig omdat de fosfaatproductie pas achteraf vastgesteld kan worden en het in verband met derogatie niet wordt toegestaan als het nationale fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo fosfaat wordt overschreden. Als het plafond wordt overschreden, moeten productiebeperkende maatregelen worden genomen. Opvallend is dat het ze plafond dat de sector zelf wil invoeren, van 84,9  kilo fosfaat, niet meer wordt genoemd, terwijl Dijksma dit in haar eerdere Kamerbrief wel deed.

De landbouwcommissie van de Tweede Kamer wil eerste een rondetafelgesprek met de sector over de nieuwe melkveewet. De wet moet voor kerst door de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld, omdat deze per 1 januari van kracht moet worden. Door het rondetafelgesprek zal het debat in de Tweede Kamer nog later worden ingepland.

Vanuit de Kamer en de sector is veel kritiek op het wetsvoorstel, omdat melkveehouders bij groei vooral gebruik zullen maken van de mogelijkheid om mestverwerking uit te besteden aan varkenshouders.

Beheer
WP Admin