RundveeAchtergrond

Vroege selectie jongvee op genomics

René Vermunt neemt deel aan FokkerijData Plus van CRV. Daarin gebruikt hij teststieren en in ruil krijgt hij informatie over de genetische aanleg van zijn vee terug.

Vermunt heeft vertrouwen in de nieuwe ontwikkelingen op gebied van genomics en zet daar ook op in. Door deel te nemen aan FokkerijData Plus krijgt hij inzicht in de genetische aanleg van zijn veestapel. De kosten van de TalentScan, zoals het genomics testen van het jongvee en de nieuw geboren kalveren heet, zijn €15 per dier. De koeien zijn gratis.

Pilot ‘robot en weidegang’

Inmiddels zijn de koeien zijn alweer een uurtje terug van de twee uur weidegang die ze in de ochtend krijgen. De melkrobot melkt de koeien en in de avond mogen ze nog eens twee uur naar buiten. De Brabantse veehouder doet mee aan een pilot ‘robot en weidegang’ en mag met behoud van de weidepremie de koeien minder uur weidegang per dag bieden, als de totale beweidingsduur maar gelijk is aan 120 dagen x 6 uur.

Het tekent de inslag van René en zijn vrouw Margot. “We leven niet in de tijd van vroeger. We moeten dingen willen uitproberen om te zien of dat beter is of meer efficiëntie oplevert”, zegt René.


Uitgangspositie

De efficiëntieslag in de fokkerij kan Vermunt pas maken als hij weet waar hij staat. De genomics uitslagen uit FokkerijData Plus, waar zo’n 300 bedrijven aan deelnemen, bieden hem inzicht in die uitgangspositie. “En pas als je je uitgangspositie kent kun je gericht gaan selecteren en verbeteren.”

Voor deelname aan het fokkerijprogramma moet hij minimaal 75% rietjes van CRV gebruiken. Verder moet Vermunt deelnemen aan MPR, bedrijfsinspectie, Digiklauw en de TalentScan. In het begin mocht hij maar vijf rietjes per InSire-teststier ontvangen, nu is dat onbeperkt.

100 extra deelnemers

CRV verzamelt via FokkerijData Plus praktijkgegevens over de prestaties en gezondheid van de veestapel, zodat hiermee de genomics-testen verder kunnen worden verbeterd. Om nog meer data beschikbaar te krijgen maakt CRV het programma groter en is er dit jaar ruimte voor zo’n 100 extra deelnemers.

Van een kalf worden zes à zeven plukjes haar getrokken voor het monster. Een klusje dat de veehouder zelf uitvoert. Vermunt wacht meestal tot hij een koppeltje van drie of vier kalveren heeft.

Het vervangingspercentage van de koeien ligt nu op net geen 25 procent. Vermunt hoopt dat met vroege selectie te kunnen laten dalen naar 20 procent,

Het vervangingspercentage van de koeien ligt nu op net geen 25 procent. Vermunt hoopt dat met vroege selectie te kunnen laten dalen naar 20 procent,


Peter Roek

 

Vroeg selecteren

Na zo’n drie weken heeft hij de uitslag binnen. Voor Vermunt betekent het dat hij dus al vroeg informatie krijgt over de genetische aanleg van zijn jongste dieren. Deze informatie gebruikt hij voor selectie. De minste van het drie- of viertal gaat weg. Hard selectiecriterium is melksnelheid, een belangrijke eigenschap bij de melkrobot. Onder de 95 gaat het kalf zeker weg. Door steeds een kalf uit een koppeltje van drie of vier te selecteren, houdt hij spreiding in de leeftijd van het jongvee.

Minder vaarzen nodig

Er zijn nu dertig stuks jongvee op 65 melkkoeien. “Ik steek jaarlijks 15 vaarzen in. Dat mag van mij ook eigenlijk wel naar 12.” Door te selecteren via genomics wil Vermunt al in een vroeg stadium de beste dieren bewaren. Daar kleeft ook een risico aan. “Ik moet er namelijk voor zorgen dat ze hier ook allemaal goed aan de gang komen. Daarom melk ik de meeste vaarzen in het begin in met een beugel. Ik wil dat ze rustig aangesloten worden door de melkrobot. Dat moet geen spanning opleveren.” Als de vroege selectie een lagere insteek betekent, verdient Vermunt jaarlijks €5.000 terug, ervan uitgaande dat een vaars opfokken ongeveer €1.700 kost en dat drie vaarzen per jaar minder nodig zijn.

Ongeveer drie weken nadat het haar van de kalfjes in deze zakjes is opgestuurd, heeft René Vermunt de uitslag is huis.

Ongeveer drie weken nadat het haar van de kalfjes in deze zakjes is opgestuurd, heeft René Vermunt de uitslag is huis.


Peter Roek

 

Meer omzet en aanwas

Een ander voordeel van een lage veevervanging is dat de veehouder een deel van de koeien kan benutten om te insemineren met Belgisch Witblauw. Dat levert wat extra omzet en aanwas. Gesekst sperma wil Vermunt niet. “Dan moet ik nog scherper selecteren in mijn koeien. Wat is dan nog de beste koe? Koeien hebben soms meer kwaliteiten. De een geeft meer melk, de ander heeft een fraai exterieur. Een brede top aanhouden geeft meer diversiteit. Dat is belangrijk en zo houd ik ook meer families in mijn stal.”

Zelf kiezen

Vermunt kiest zelf zijn stieren. Naast een groot aantal teststieren zitten er ook rietjes van Atlantic en Stellando in het vat. “Als een koe tochtig is, kies ik er zelf een stier bij.” Hij doet ook aan SAP (stieradviesprogramma), maar dat gebruikt hij eigenlijk alleen om zijn keuze te bevestigen. “En ik kijk ook even of ik bijvoorbeeld geen scheve schaats rij op inteelt. Anders volg ik gewoon mijn eigen keuze.”

Het inseminatiegetal bij de koeien ligt op 1.6. Bij de pinken liep dat op naar 2,2. “Dat is te hoog. Ik heb blijkbaar geen goed gevoel bij de pinken. De inseminator komt daar weer voor.” Of het nu beter gaat, weet Vermunt nog niet. Daar is de omschakeling nog te vers voor; het moment van de waarheid moet nog komen. Dat geldt ook voor de eerste vaarzen uit het testprogramma die de selectiecriteria van Vermunt doorstaan hebben. Die moeten immers nog aan de melk komen.

Beheer
WP Admin