Pootgoedtelers kiezen voor snellere doorstroming

Emmeloord – De pootaardappelteelt heeft de laatste tien jaar een grote verandering ondergaan. Telers zijn massaal S-pootgoed gaan telen en kiezen daarmee duidelijk voor kwaliteit en zekerheid.

In 2015 bestaat meer dan een kwart van het areaal uit S-pootgoed, ruim 10.500 hectare. Het S-areaal overtreft dit jaar voor het eerst het areaal SE.

Productie miniknollen in stroomversnelling

De trend naar telen van hogere klassen is na 1992 ingezet. In dat jaar werd in Nederland net als nu meer dan 40.000 hectare pootgoed geteeld. Dit was meteen qua virusbesmetting een heel slecht jaar. Volgens Jaap Haak, coördinator keuringen bij de NAK, is toen zo’n 5.000 hectare afgekeurd. Een groot deel hiervan was klasse S.

Om weer snel voldoende uitgangsmateriaal te hebben kwam de productie van miniknollen in een stroomversnelling. Om de risico’s op ziekte insleep te beperken kwam ook de trend naar een meer gesloten bedrijfsvoering op gang.

Snel veel nieuw uitgangsmateriaal geproduceerd

Vooral grotere bedrijven maken de afweging tussen kort natelen en snel afleveren of vaker natelen en dan meer kosten maken voor selectiewerk en risico op al dan niet latente opbouw van bacterie of virusziek. Een snellere doorstroming kan nu ook omdat met de in-vitroproductie van miniknollen snel en veel nieuw uitgangsmateriaal geproduceerd kan worden.