Boer laat kans op natuurgeld liggen

Groningen – Akkerbouwers laten kansen op geld uit het Europees landbouwbudget liggen. Dat stelt de Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (Anog) op basis van een verkenning in het eigen werkgebied.

Er liggen meer kansen om met gebruikmaking van de vergroeningsmogelijkheden in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid aan agrarisch natuurbeheer te doen, aldus Anog.

Volgens Anog vult ongeveer driekwart van de bedrijven de vergroening in met vanggewassen. “Zelfs op de Oldambtster klei, waar de teelt lastig werd geacht, is dat nog altijd de helft. Op de klei wordt ook veel gekozen voor eiwitgewassen zoals luzerne en zal het areaal luzerne toenemen”, zo heeft Anog vastgesteld.

De natuurvereniging stelt verheugd dat de animo voor agrarisch natuurbeheer in het akkerbouwgebied niet is verminderd. Slechts in een enkel geval is een vogelrand vervangen door een onbeheerde akkerrand in het kader van de vergroening.

De agrarische natuurvereniging zegt dat de vergroeningsmaatregelen maar mondjesmaat natuur opleveren. Er zijn wel kansen, maar die worden te weinig benut: “Luzerne kan bijdragen aan het broedsucces van de veldleeuwerik, maar alleen als het op strategische gekozen plekken komt te liggen. Die sturing ontbreekt nu geheel.”

Gebiedscollectieven zoals Anog kunnen die sturing verzorgen, maar beschikken niet over ‘verleidingsmethoden’ om akkerbouwers groenere keuzen te laten maken. Volgens de agrarische natuurverenigingen zouden provincies en het rijk het beleid voor het agrarisch natuurbeheer en voor de vergroening beter op elkaar moeten afstemmen. Samenwerkende boerenverenigingen kunnen daar ook een rol in spelen, zegt Anog.