Zuid-Afrikaans blauwtongvaccin volgens ministerie niet bruikbaar

De inschatting is dat het vaccin zeer beperkt werkzaam zal zijn tegen het virus. Daarnaast zijn er te veel onzekerheden over de veiligheid van het Zuid-Afrikaanse blauwtongvaccin. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat bij gebruik ervan nieuwe serotypen van blauwtong worden geïntroduceerd. Er is een klein risico op de aanwezigheid van vreemde virussen in het vaccin. Ook is er een klein risico op de aanwezigheid van niet-geïnactiveerd blauwtongvirus van de serotypen dat in het vaccin aanwezig is.

Verder ontbreekt de accreditatie voor een goede manier van produceren van het vaccin. Het Bureau Diergeneesmiddelen adviseert daarom geen toelating te geven aan het vaccin. “Ik snap heel goed dat veehouders, die hun zieke dieren zien lijden, zo snel mogelijk een oplossing willen. Dat wil ik ook. Maar een vaccin moet veilig zijn en geen nieuwe virusstammen introduceren, dan zijn we verder van huis”, reageert demissionair landbouwminister Piet Adema. Hij blijft zich inzetten om ervoor te zorgen dat er in het voorjaar een vaccin beschikbaar komt.

Helemaal afgeschreven is het vaccin niet. Het Bureau Diergeneesmiddelen heeft meer informatie gevraagd bij de producenten van het vaccin. Het oordeel over het vaccin zou op basis daarvan nog kunnen worden herzien.

Het ministerie is daarnaast in gesprek met Europese vaccinproducenten over de ontwikkeling van een vaccin tegen blauwtong serotype 3. Daarbij wordt samenwerking gezocht met andere Europese landen die ook het risico lopen op besmetting met het virus.

Nog geen plannen voor vaccinontwikkeling

Op dit moment zijn er nog geen concrete plannen voor vaccinontwikkeling tegen BTV 3, blijkt uit een rondgang langs de drie farmaceuten waarmee het ministerie gesproken heeft. Diergeneesmiddelen producent Zoetis Nederland is in contact met het ministerie om te verkennen of er mogelijkheden zijn om een nieuw blauwtongvaccin op de markt te brengen. Het bedrijf voert intern onderzoek uit naar de haalbaarheid van de productie van een vaccin. Daarbij spelen naast de technische aspecten ook de snelheid waarmee het op de markt kan komen, mee.

Het standpunt van diergeneesmiddelenfabrikant MSD is sinds het begin van de uitbraak niet veranderd. MSD zegt op dit moment geen studies gepland te hebben voor een vaccin tegen het blauwtongvirus. “We blijven ons inzetten voor het monitoren van uitbraken van dierziekten en het inzetten van onderzoek naar nieuwe medicijnen en vaccins zodra de wereldwijde behoeften zich voordoen”, aldus een woordvoerder.

Boehringer Ingelheim

Boehringer Ingelheim laat zich niet uit over vaccinontwikkeling tegen het virus. In een statement zegt het bedrijf dat het wereldwijd samenwerkt met gezondheidsautoriteiten, overheden en maatschappelijke organisaties om vaccins en controle-oplossingen te bieden tegen door overheid gereguleerde grensoverschrijdende en opkomende ziekten zoals het blauwtongvirus. “We beschikken over het grootste portfolio van geïnactiveerde vaccinstammen in de sector tegen deze ziekte. We werken eraan om ons portfolio uit te breiden om uitbraken van het blauwtongvirus te helpen voorkomen en beperken.” Of Boehringer Ingelheim ook werkt aan een vaccin tegen BTV 3, wil het bedrijf niet bevestigen.

Ook als het Zuid-Afrikaanse vaccin wel was toegelaten, had het op korte termijn geen besmettingen kunnen voorkomen, omdat een vaccin pas na een aantal weken begint te werken. Daarnaast moeten de meeste geïnactiveerde vaccins twee keer worden toegediend met enkele weken tussentijd. De bescherming mag daardoor volgens de deskundigengroep dierziekten pas na zeven of acht weken na de eerste vaccinatie verwacht worden.