WTO-aanval op landbouwsubsidies rijke landen

India en China vinden dat rijke landen het recht om handelsverstorende landbouwsubsidies te verstrekken binnen de WTO helemaal moeten verliezen. Volgens de Aziatische grootmachten zetten landen als de VS, EU en Canada ontwikkelingslanden onder druk landbouwsubsidies op te heffen, terwijl ze het recht tot subsidiëring van eigen boeren behouden.

Een aantal landen heeft binnen de WTO het recht om een beperkt bedrag uit te geven aan de meest handelsverstorende subsidies. Omdat landen op verschillende tijdstippen en onder verschillende condities zijn toegetreden tot de WTO, is een groot verschil ontstaan; vrijwel alle rijke landen mogen voor een bepaald bedrag subsidiëren, terwijl dat voor de meeste arme landen niet zo is.

Volgens India en China gaven de ontwikkelde landen in totaal jaarlijks zo’n $ 160 miljard (€ 134 miljard) uit aan dergelijke subsidies. Deze subsidies komen volgens de landen voor een flink deel terecht bij landbouwbedrijven die zelf exporteren of leveren aan exporterende bedrijven. De ontwikkelingslanden zelf zouden hun arme boeren – die niet of nauwelijks in staat zijn te leveren voor de wereldmarkt – slechts genoeg subsidie geven om te overleven.

Onderdeel van onderhandelingen

In veel gevallen zouden de subsidies die rijke landen verschaffen 50% of meer van de totale productiewaarde uitmaken. Het voorstel is onderdeel van de onderhandelingen voorafgaand aan een ministeriële topconferentie van de WTO, die in december zal plaatsvinden in Buenos Aires. De conferentie vindt elke twee jaar plaats en geldt als het hoogste beslissingslichaam van de WTO.