Wintertarwe groeit trager door droog en koel weer
De voorsprong die de wintertarwe had bij de eerste monitoring van Bayer CropScience, 2 weken geleden, is iets teruggelopen.
Dat meldt gewasadviseur Harm Groeneweg in de tweede ziektemonitoring wintertarwe van dit seizoen.
Tweewassigheid in percelen
Verder valt de tweewassigheid in percelen op. “Sinds de zaai zijn al planten achtergebleven door vochtgebrek en dat is met de huidige droogte nog steeds goed zichtbaar”, licht Groeneweg toe.
De aanhoudende droogte geeft ziekten weinig kans. De gewassen staan er gezond bij. De aanwezige septoria heeft nu geen kans om zich te verspreiden. De gele roestdruk heeft zich gestabiliseerd. In een enkel perceel is enige meeldauw te vinden.
“Uiteraard kan deze gunstige situatie met een omslag in het weer snel verslechteren”, waarschuwt Groeneweg. “De goede uitgangssituatie kan gaan zorgen voor een prachtige opbrengst, maar dan moet de tarwe wel gezond blijven.”
Vroeger dan normaal
Veel telers hebben de eerste bladbespuiting (T1) al uitgevoerd, zo’n 3 tot 4 weken vroeger dan gemiddeld. Latere percelen worden een dezer dagen gespoten, nog steeds vroeger dan normaal.
Groeneweg: “Hierna is het belangrijk om de intervallen niet te groot te laten worden. Voor een optimaal resultaat is het belangrijk dat alle bladetages worden bespoten. Hou daarom de vinger aan de pols en wacht niet te lang met de afrijpingsziektenbestrijding (T2), als de tarwe het vlagbladstadium heeft bereikt.”
Lees meer over droogte