Zonder ingrepen in de omvang van de mestproductie verzuipen veel bedrijven eind dit jaar in de mest. Dan liggen gedwongen sluitingen op de loer en gaan de hoge marges linea recta naar de mestafnemers. Foto: Mark Pasveer RundveeColumn

‘Vrijwillige krimp benutten voor doorstart’

Of hij er komt, die vrijwillige verminderingsregeling, de zogenoemde partiële opkoop van koeien van verschillende melkveeorganisaties en NZO?

Waarschijnlijk wel, al was het maar omdat alle betrokken partijen kunnen stellen dat ze er alles aan gedaan hebben om een generieke korting op fosfaatrechten te voorkomen. Maar het wordt een minder aangename regeling dan voorzien met minder deelname dan gehoopt. De voorwaarden strooien zand in de machine terwijl de huidige en voorziene hoge marges de appetijt van potentiële deelnemers doen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Daarbovenop is vrijwillige krimp een voorbode van een bedrijfseinde, reden waarom ik er zelf nooit aan zou meedoen.

Vergoeding per koe

De opzet van deze voorgenomen regeling is drie jaar lang een kleiner aantal koeien houden, daarna weer kunnen opschalen tot de oude situatie. De betreffende fosfaatrechten zouden dan tijdelijk niet-benutbaar zijn en in 2028 weer geactiveerd worden. Het bedrijf mag geen grasland omzetten in bouwland, dus het moet een echte extensivering van de melkveetak zijn. De beoogde vergoeding zou rond de €8.000 per koe zijn, merendeels op te hoesten door de zuivelsector, deels door LVVN en ook van de banken wordt wat gevraagd. Linksom of rechtsom komt die bijdrage van de zuivelsector uit de melkprijs.

‘Zonder ingrijpen verzuipen veel bedrijven eind dit jaar in de mest’

Op zich is zo’n partiële extensiveringsregeling een effectieve methode om de mestdruk snel te verminderen. Want ook al gaat de mest nu heel makkelijk weg door een fantastisch vroeg en droog voorjaar, feit is dat de productie veel te groot blijft in relatie tot de plaatsingsruimte. Zonder ingrijpen verzuipen veel bedrijven eind dit jaar in de mest. Dan liggen gedwongen sluitingen op de loer en gaan de hoge marges linea recta naar de mestafnemers.

Voor zo’n extensiveringsregeling is de medewerking van LVVN nodig, want de status van de rechten moet hiervoor worden aangepast. Daar is de minister klip en klaar over: dat gaan we niet doen. U mag de rechten bij haar inleveren tegen marktprijs en een bonus. Tenminste, als Brussel dat niet als staatssteun ziet.

Het is daarmee een regeling met hoog risico. De rechten worden, zonder afroming, ingeleverd tegen meer dan de marktprijs plus drie jaar lang €1.000 per ingeleverde koe steun. In 2028 of 2029 moet je die rechten in de markt terugkopen. Tegen welke prijs? Daar is geen zinnig woord over te zeggen, de prijs van de rechten is zeer volatiel, uiterst gevoelig voor marktsentimenten.

Veehouders zonder opvolging

Wie zijn de meest geëigende intekenaars? Ten eerste veehouders zonder opvolger. Voor hen is het een goede regeling. Ze hebben én inkomen én een goede vergoeding én een rustige opmaat naar het toch al voorziene bedrijfseinde. Tweede groep zijn de ondernemers die in 2015 achter het net visten en sindsdien nog steeds achter de feiten aanlopen. Veelal te weinig grond, dus hoge mestkosten, en te zwaar gefinancierd. Gesubsidieerde afbouw van de top van het bedrijf kan dan verlichting bieden, al dan niet onder zachte aandrang van banken of andere schuldeisers. Of deze bedrijven in 2028 weer aan de markt komen voor rechten? Het grote gros niet, anders zaten ze nu niet in de penarie. Wie de rustpauze benut om op adem te komen en de puntjes echt op de i te zetten, kan wel doorstarten. Maar dat zullen er niet bijster veel zijn.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.