Vergunning blijft struikelblok mestverwerking

Doetinchem – Van de vijftig aanvragen voor het Mestinvesteringsfonds die tot op heden zijn ingediend, zijn er veertien kansrijk. Dat zegt Mark Stals namens het stichtingsbestuur.

De vergunningverlening blijft het grootste struikelblok voor boeren of loonwerkers die mest willen verwerken. Dat blijkt uit navraag bij het Mestinvesteringsfonds.

Twee derde van de projecten die aangemeld zijn bij het Mestinvesteringsfonds kunnen niet in behandeling worden genomen omdat ze nog geen vergunning hebben.

De veertien kansrijke projecten met een gemiddelde verwerkingscapaciteit van ongeveer 30.000 ton mest worden de komende maanden financieel beoordeeld. Het Mestinvesteringsfonds draagt 30 procent bij aan achtergestelde leningen, de ondernemers moeten een eigen vermogen inbrengen van 20 tot 30 procent. De bijdrage van de ondernemer en het fonds moet banken over de streep trekken. Stals: “Behalve de vergunning is dat de volgende hobbel. Banken zijn erg kritisch en hebben hun eigen voorwaarden. Zij willen onder meer langjarige contracten zien waarmee de aanvoer en afzet geborgd zijn.”

Ook moeten de mestverwerkingsinitiatieven willen werken met bewezen technieken en voldoende fosfaatafzet kunnen realiseren. Stals verwacht binnen twee maanden de eerste projecten bekend te kunnen maken.

Het Mestinvesteringsfonds is een gezamenlijk initiatief van een groot aantal voerleveranciers en LTO en NVV. Het fonds ondersteunt concrete mestinvesteringsplannen met een achtergestelde lening van maximaal 30 procent van de financiering. Hierover betalen de deelnemers een vergoeding van 5 procent per jaar. Projecten kunnen nog worden aangemeld.