Landbouwminister Piet Adema heeft besloten om in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe uitstel te geven in de uiterlijke inzaaidatum van een vanggewas na mais op zandgrond. - Foto: Van Assendelft Fotografie RundveeNieuws

Uitstel inzaai vanggewas na mais in Noorden

​In de provincies Friesland, Groningen en Drenthe komt de uiterlijke inzaaidatum van een vanggewas na mais op zandgrond te liggen op 10 oktober, in plaats van op 1 oktober. Dat heeft landbouwminister Piet Adema maandag besloten.

Een voorwaarde voor de latere inzaai is wel dat binnen 48 uur na de oogst het vanggewas de grond in gaat. De minister heeft dit besluit genomen na advies te hebben gevraag bij de Technische Commissie Bodem. Daarin speelt mee dat de gemiddelde zaaidatum voor mais dit jaar zo’n 3 weken later is dan in voorgaande jaren.

Mais nog niet oogstrijp

De verwachting is dan dus ook dat op 1 oktober de meeste mais nog niet oogstrijp is, zeker in het noorden van het land. De 10 dagen respijt kan daarbij helpen, verwacht de minister.

Dit in combinatie met het feit dat de uitspoeling op ‘natte zandgronden’ van nitraat bij maisteelt groter is dan op de ‘droge zandgronden’, leidde tot de genomen beslissing voor de 3 noordelijke provincies.

Geen uitstel voor akkerbouwers

De uitstel geldt alleen voor de verplichting om na maisteelt op zand- en lössgrond een vanggewas in te zaaien. Er verandert vooralsnog niets aan de maatregelen die gelden voor akkerbouwers, waarbij het gestimuleerd wordt om voor 1 oktober een vanggewas in de grond te hebben op zand- en lössgrond. De minister benadrukt hier dat boeren “de keuze hebben om af te wijken van de 1 oktober datum met als gevolg een korting op de stikstofgebruiksnorm in het volgende groeiseizoen.”

LTO Nederland drukt dit weekend nog demissionair landbouwminister Piet Adema op het hart om wél flexibel om te gaan met die verplichte zaaidatum voor vanggewassen. Door een nat en koud voorjaar zijn gewassen niet klaar voor de oogst en komen boeren in de knel, aldus LTO. ​

Reacties