Rijke coöperatie en arme boeren

Friesland Foods heeft de winst over vorig jaar bekend gemaakt: 35 procent meer dan vorig jaar. In totaal 175 miljoen euro. Goed voor degenen onder ons die aandelen hebben en voor de bonussen van de directie. Maar voor de boer?

Een teleurstelling. Zijn melkprijs steeg slechts met 20 procent. Toen vorig jaar de prijzen op de melkmarkt stegen en Friesland Foods achterbleef met de melkprijs kwam uit Meppel één grote klaagzang.

Er werd gewerkt met langlopende contracten. Die waren afgesloten in tijden van lage melkprijzen. Dus moest de melkprijs van Friesland Foods ook wel laag blijven. Net als die van de coöperaties, waarop de melkprijs wordt gebaseerd. Meer dan honderd boeren pikten dat niet en namen afscheid van hun coöperatie.

Dat had voorkomen kunnen worden. Als Friesland Foods eerder de melkprijs had verhoogd waren veel boeren gebleven. Hadden wij ook een reële melkprijs gekregen.

Hier wreekt zich de marktconforme marktprijs. Het blijkt een harnas te zijn, waarbij de coöperatie rijk wordt en de boeren arm blijven. De hoge winst en de lage melkprijs sporen niet met elkaar.

Daarnaast het ongemakkelijke gevoel dat er weer veel melkgeld gaat naar de oud-boeren met aandelen, die er niets voor hebben gedaan. Dat geld hadden wij als melkleverende leden moeten krijgen. Dat dient straks bij de fusie Friesland Campina – als die doorgaat – beter geregeld te worden.

Nee, de hoge winst van Friesland levert vergenoegd glimmende directeuren en bestuursleden om. Met aan de keukentafel de onmachtige leden, die zich dit allemaal maar moeten laten welgevallen. De leden, die afscheid namen, zien hun beslissing bevestigd.