‘Respect voor de nieuwe bewindslieden op landbouw’

Femke Wiersma en Jean Rummenie hebben dinsdag hun ‘sollicitatiegesprek’ met formateur Richard van Zwol en beoogd premier Dick Schoof gehad. Beoogd landbouwminister Femke Wiersma was behoorlijk gespannen voor het gesprek, maar ze kwam er zelfverzekerd uit. Het gesprek was eigenlijk niet meer dan een eerste ontmoeting met de beoogde leider van het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB.

Naast een aantal formele plichtplegingen hebben die gesprekken toch vooral het karakter van een eerste kennismaking en het bespreken van onderwerpen of omstandigheden die van belang kunnen zijn bij het functioneren als bewindspersoon.

Na de beëdiging van het kabinet op 2 juli begint het echte werk. Dan zal het nieuwe kabinet het hoofdlijnenakkoord moeten omzetten in een regeerakkoord. Maar voor Wiersma ligt er meer op tafel dan wat er in het hoofdlijnenakkoord staat. Denk alleen aan het mestdossier. Wat gaat ze doen met de afspraken die Nederland met Europa heeft gemaakt om te kunnen voldoen aan het afbouwpad voor de derogatie? Hoe gaat ze regelen dat de mestproductie binnen de perken blijft? Hoe zorgt ze dat de melkveehouderij binnen de grenzen van de gebruiksruimte blijft en in 2032 grondgebonden is?

Nieuwe werkelijkheid

En hoe zal staatssecretaris Rummenie omgaan met de nieuwe werkelijkheid van de Europese
natuurherstelwet, die afgelopen maandag tegen alle verwachtingen in opeens nieuw leven ingeblazen is?

Wiersma belooft in elk geval dat ze met de vuist op tafel kan slaan als het moet, en als het nodig is diplomatiek te werk zal gaan. Volgens haar partijleider Caroline van der Plas (BBB) heeft Femke Wiersma als bestuurder en in het persoonlijk leven bewezen dat ze haar mannetje staat.

Of Wiersma en Rummenie zich staande houden in de Haagse slangenkuil, waar zelfs binnen de beoogde coalitie de messen al geslepen lijken te worden, zal de komende maanden blijken. Vooralsnog verdienen beiden respect voor de moed om de stap in de coalitie te zetten.