Rechter matigt mestboetes melkveehouder
De rechter heeft mestboetes voor een melkveehouder in het Noord-Brabantse Wintelre gematigd. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven legde boetes op van €116.000, terwijl de minister aanvankelijk boetes vorderde van in totaal €173.000. Uiteindelijk moet hij €25.000 betalen.
Het gaat om zogenoemde bestuurlijke boetes die de minister aan de veehouder oplegde. Dit voor overschrijdingen van de gebruiksnormen in 2015 en 2016 voor dierlijke meststoffen, fosfaat en stikstof.
De veehouder is eerder door de strafrechter veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar en een geldstraf van €25.000.
Melkveehouder hield zich niet aan derogatievoorwaarden
De veehouder hield zich niet aan de derogatievoorwaarden. Het bedrijf fraudeerde met de afvoer van mest, door daarvan valse opgaven te doen. Het transport van zeker vijf vrachten mest had volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nooit plaatsgehad. De fictieve mestafvoer werd minutieus nageplozen door de NVWA. Die stelde vast dat de zware transporten nooit hadden kunnen plaatsvinden met het lichte voertuig waarmee de elektronische melding was gedaan.
De rechter matigde de mestboetes van de melkveehouder in Wintelre onder meer vanwege de lange termijn die voorbij is gegaan tussen de eerste melding aan de veehouder en de uiteindelijke boeteoplegging. Bovendien was er een correctie gedaan van een kwart hectare in de omvang van het areaal waarop de boer zijn mest mocht uitrijden.