‘Paniek bij overname: als bedrijfsopvolging onverwacht dichtbij komt’
Ze heeft zich nooit met het bedrijf bemoeid. Nu hoort ze ineens van alles. Dat overziet ze niet. Wat jarenlang ver van haar bed leek, komt plots dichtbij: de bedrijfsopvolging.
Ze ontmoet hem op een feest bij vrienden. Na wat voorzichtig heen en weer praten, slaat de liefde toe. Zij is een meisje uit de stad, hij is een stoere boerenzoon. Een fijne periode volgt en na een paar jaar verkering vinden ze het tijd om te trouwen.
Man en schoonvader runnen de boel
Ze komen op de boerderij wonen, samen met de schoonouders op één erf. Zij en haar man in het voorhuis, de schoonouders bewonen het achtergedeelte. Ze kunnen het goed met elkaar vinden als familie. En zakelijk gezien gaat het ze voor de wind in de jaren die volgen. Er worden kinderen geboren en na verloop van tijd kan ze haar oude beroep zelfs weer oppakken. Van oudsher heeft ze niet zoveel met de boerderij en naast wat kleine klusjes, bemoeit ze zich niet met de bedrijfsvoering. Dat is ook niet nodig, want haar man en schoonvader runnen de boel.
Ze weet zich geen raad met de dingen die ze hoort over het bedrijf
Weinig zicht op reilen en zeilen boerderij
Zo komt het dat ze weinig zicht heeft op het reilen en zeilen van de boerderij. Er wordt ook niet veel over gesproken thuis: haar relatie, haar kinderen en haar werk vragen genoeg aandacht. De zakelijke kant van het bedrijf deelt haar man vooral met zijn ouders, dat gaat al jaren zo. Maar vader en moeder worden ouder en denken zo langzamerhand aan de bedrijfsoverdracht. De gesprekken daarover worden zo nu en dan wel eens gevoerd, maar erg serieus is het nog niet te noemen. Totdat vader ziek wordt en hij de noodzaak voelt om nu wel door te pakken.
Haar schoonouders en haar man vinden het belangrijk dat ze bij de gesprekken aanwezig is, voor haar hoeft dat niet zo. Toch stemt ze erin toe en zo komt het dat we met vijf mensen om tafel zitten deze middag. Naarmate het gesprek vordert, zie ik haar stiller worden en afhaken. Na mijn vraag daarover wordt ze emotioneel en zegt ze dat ze zich geen raad weet met de dingen die ze hoort. Het voelt alsof het volle gewicht van het bedrijf op de schouders van haar en haar man drukt. Dit had ze niet zien aankomen en nooit verwacht.
Heel veel vragen
Er wordt in haar ogen gesproken over bedragen waar ze nooit bij stilgestaan heeft. Ze geeft aan het niet te overzien. Moet ze dan in de maatschap? Blijft er nog ruimte over om leuke dingen met de kinderen te doen? Gaat zij de boekhouding van haar schoonmoeder overnemen? Wat betekent dit voor de broer en zus van haar man en de familieverhoudingen? Kan ze zelf nog blijven werken? Is ze te naïef geweest? Had ze meer moeten vragen? Had ze meer moeten doen? Waar zegt ze nou precies ‘ja’ op? Het duizelt haar. Vragen als deze kunnen makkelijk omslaan in verwijten aan de ander, of jezelf.
We spreken af dat zij en haar man eerst tijd nemen om samen de toekomst van het bedrijf in beeld te brengen, antwoorden te vinden op de vragen die er zijn en de gevolgen die dat voor hen heeft. Dat had misschien wel eerder gemoeten, maar zo is het helaas niet gegaan.
Realiteitszin in plaats van onbevangenheid
Een paar weken later spreken we elkaar opnieuw. En hoewel ze nog niet op alle vragen een antwoord heeft, is ze al wel veel verder gekomen, gelukkig. De komende periode nemen ze nog de tijd om hun visie aan te scherpen en te toetsen op haalbaarheid. Haar onbevangenheid heeft plaatsgemaakt voor realiteitszin. “En dat was nodig ook”, zegt ze met een knipoog.
Reacties
Je moet een account hebben om te reageren
Voordelen van een account:
Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.
Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.