Ongeveer zestig nertsenbedrijven staan leeg omdat eigenaren, door overheidsmaatregelen gedwongen te stoppen, nog wachten op een vergunning. Foto: Ruud Ploeg AlgemeenNieuws

Nertsenhouders willen ongebruikte stikstofruimte houden

Brabantse nertsenhouders vrezen hard geraakt te worden als de provincie ongebruikte stikstofruimte intrekt. Ze vragen uitstel tot eind 2029 voor toekomstplannen.

Brabantse nertsenhouders vrezen “onevenredig hard” geraakt te worden als de provincie ongebruikte stikstofruimte van bedrijven gaat intrekken. De nertsenbedrijven staan sinds eind 2020 leeg. Ze werden tijdens de coronapandemie geruimd nadat tientallen dieren besmet waren. Ondernemers die een nieuw bedrijf willen beginnen, wachten nog op een vergunning, stelt Wim Verhagen, directeur van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE).

Lees verder onder het kader

Oproep: meer tijd voor plannen nertsenhouders

Nertsenhouders hebben tot eind 2029 om hun bedrijf om te bouwen of te laten slopen, aldus Verhagen. “Maar als de provincie Noord-Brabant in 2026 de stikstofruimte van deze ondernemingen intrekt omdat die niet wordt gebruikt, kunnen de nertsenbedrijven daarna niet meer omschakelen.”

Ongeveer zestig nertsenbedrijven wachten volgens Verhagen nog op een vergunning van gemeenten of de provincie Noord-Brabant. Volgens hem wordt deze groep extra gedupeerd door de Brabantse stikstofmaatregel. “Veehouders besluiten zelf of ze stoppen of minder dieren gaan houden. Nertsenhouders hebben lege bedrijven omdat ze daar door de overheid toe zijn gedwongen.” Nertsenhouders hadden vanaf 2024 sowieso moeten stoppen, omdat het fokken van nertsen werd verboden. De ruimingen tijdens corona betekenden een sneller einde voor de bedrijven waarvoor ze worden gecompenseerd.

De NFE vraagt de provincie de ongebruikte stikstofruimte niet af te pakken en de bedrijven tot 31 december 2029 de tijd te geven “om toekomstplannen te verwezenlijken”. De provincie vergadert vrijdag over de stikstofplannen die ervoor moeten zorgen dat de stikstofuitstoot vermindert en er meer ruimte komt voor bijvoorbeeld de aanleg van wegen en woningbouw.