Het Nationaal Groenfonds stimuleert duurzame landbouw met het Investeringsfonds Duurzame Landbouw, waarbij boeren en tuinders tot €400.000 kunnen ontvangen voor projecten die stikstofuitstoot verminderen en minstens vier andere duurzaamheidsdoelen bereiken. - Foto: Canva AlgemeenNieuws

Nationaal Groenfonds: er is wél geld voor innovatieve boeren

Het is een doorn in het oog voor boeren: de ogenschijnlijke focus van het ministerie van LNV op opkoop als oplossingsrichting voor de stikstofproblematiek. Menno Snel, de nieuwe voorzitter van het Nationaal Groenfonds, wijst op de miljoenen die er zijn voor boeren die willen verduurzamen.

Het is geen subsidiepot maar een investeringsfonds, en met andere (minder strenge) eisen dan banken aan een lening voor verduurzaming stellen. Het Nationaal Groenfonds heeft het Investeringsfonds Duurzame Landbouw, met een budget van ruim € 130 miljoen.

Criteria voor duurzame projecten

Sinds twee maanden is voormalig staatssecretaris Menno Snel voorzitter van het Nationaal Groenfonds, dus voor de details die voor boeren van belang zijn, neemt zijn directeur Jean-Paul Schaaij het woord. De verwachting is dat zo’n 500-700 bedrijven van het fonds gebruik kunnen maken om hun bedrijf te verduurzamen.

Hoe die verduurzaming er dan uit komt te zien, is aan de ondernemer zelf – die moet een plan indienen waaruit die verduurzaming blijkt. Een commissie buigt zich over het plan en beoordeelt of er genoeg wordt gedaan voor de reductie van stikstof, gewasbescherming, broeikasgassen of uitspoeling, of juist de verbetering van biodiversiteit of dierenwelzijn, of het beperken van import van veevoer naar het boerenbedrijf.

Financiële voorwaarden en beloften

De financiële details: de looptijd is twaalf jaar, de rente 1% en het eerste jaar kan een ondernemer, indien nodig, toe zonder betalen van de aflossing, is de belofte van voorzitter Snel. Praktijkvoorbeelden kan directeur Schaaij al noemen: het keteninitiatief Zonvarken is deels gefinancierd met geld uit het fonds. Een ander voorbeeld: het telen van hennep of vlas voor de productie van biobased bouwmateriaal. Zowel boeren als bouwbedrijven zijn nu terughoudend om de overstap te maken, omdat ze wachten op de andere partij of op de tussenschakels die de eerste stap en dus het risico nemen.

Vliegwieleffect in financiering

“Wij nemen het grootste risico”, aldus voorzitter Snel, “en dan zijn andere financiers, bijvoorbeeld de huisbankier van een ondernemer eerder geneigd om een ander deel van de investering te financieren. Zo is er een vliegwieleffect. Ondernemers met een plan, die eerder bot vingen bij de bank, kunnen nu wel beginnen.” Hij rekent voor hoe dat vliegwiel werkt: “Het geld dat we uitlenen krijgen we op termijn ook weer terug. En dat kan dan weer naar volgende ondernemers. Dan kun je op een termijn van vijftien jaar 2,5 keer meer uitgeven. Als je dan ook de cofinanciering door banken erbij rekent, zit je op € 1 miljard aan investeringen in koplopers in de agrarische sector.”

Omgaan met tegenvallers

En als het een ondernemer niet lukt? Dat is geen wereldramp, er is rekening gehouden met tegenvallers. Het kan bijvoorbeeld dat de markt tegenvalt of de oogst mislukt. Voorzitter Snel hoopt boeren zo over de streep te trekken om plannen te gaan maken. “Boeren die zeggen: ik heb geen landbouwakkoord of perspectiefbrief nodig, ik ga aan de slag.”