AlgemeenOpinie

Mosterdgas (2)

Vanuit de stal kijken we op een kaal blijvende berg aan de overkant van het dal. Van een buurtgenoot hoor ik waarom het terrein voor iedereen verboden gebied is.

Kanarievogels. Zo noemde de bevolking een grote groep vrouwen die tijdens de Eerste Wereldoorlog bij AG Espagit ‘daarboven Op Kehr’ werkten. In deze fabriek, waarvan werd gezegd dat het een civiele springstoffabriek was, werkten zo’n 1.500 mannen, 500 vrouwen en een ongekend aantal dwangarbeiders die ondergebracht waren in de zogenoemde Russenbaracke. Ze fabriceerden er enorme hoeveelheden granaten; gifgasgranaten, onder andere TNT, die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden gebruikt. Wie kent niet de verschrikkingen van de mosterdgasaanvallen bij de rivier de Somme in Frankrijk? Kanarievogels hadden als taak het vullen van de granaten met lonten met het zeer explosieve diazodinitrofenol, oftewel DDNP, dat nog explosiever is dan bijvoorbeeld knalkwik. Dat drong via de ademhaling en de huid het lichaam van deze vrouwen binnen en vergiftigde hen langzaam, waardoor hun huid een kanariegele kleur kreeg.

Giftig

Hoe giftig de stoffen waren waarmee in de fabriek gewerkt werd, bleek wel in 1917, toen het water van de rivier de Kyll, die even voorbij ons dorp zijn oorsprong heeft, rood kleurde. Tot 20 kilometer verderop stierven de vissen massaal. De mensen en al het vee dat met het water in aanraking kwam kregen blauwzucht (cyanose).

Na de Eerste Wereldoorlog werden de bunkers van AG Espagit gebruikt als opslag voor 500.000 ongebruikte gifgasgranaten van de Belgische en Franse slachtvelden. Er was werk genoeg voor 1.200 mensen. Van de explosieven vermengd met diverse mineralen wilde men kunstmest maken. Ooggetuigen vertelden later dat het graan op de velden waar deze ‘kunstmest’ was uitgestrooid zo hoog groeide dat het omviel. Meerdere jaren daarna wilde er op die velden niets meer gedijen.

Grote explosie

“Die berg is vervloekt door alle arme zondaars die hun leven daar hebben moeten laten aan de galg!” De uitspraak van een overlevende van de grote explosie van de munitiefabriek Espagit AG. Precies op die plek op het hoogste punt, waar bijna alle gemeenten uitzicht op hebben, werden ooit mensen opgehangen, zo vertelt de vrouw. Ze gaat verder: “Die middag, 27 mei 1920, riep een telefoniste onderaan de trap: ‘Frau Willems, het brandt in het granaatgebouw! Het ziet er niet goed uit!’ Op hetzelfde moment vloog zo’n 30 meter verderop een stapel granaten de lucht in. Moeder raakte in paniek, gelukkig schoot oom Willem te hulp. Hij verzamelde het nodige en ons kinderen bij elkaar en daar gingen we, in een run richting Losheim, om dekking te zoeken in het beschutte gedeelte bij de spoorrails. Achter ons de brullende chaos. Gloeiende stukken ijzer vlogen om onze oren, honderden meters ver, en een granaat boorde zich vlak naast mijn moeder in de grond.

We renden dwars door de weilanden richting Krewinkel, waar een steengroeve ons beschutting bood. Onze oom smeet ons over heggen en hekken en wonder boven wonder gebeurde ons niets. Vervolgens gingen we naar Manderfeld in België). Van daar hadden we een goed uitzicht op de fabriek. Toen ging, ’s avonds, met een enorme drukgolf het blauwzuur de lucht in. Ik moet zeggen, een geweldig uitzicht: voor de rode avondhemel een reusachtige, diepblauwe wolk, wit omrand, waar gloeiende stukken ijzer van de ontplofte voorraadtanks doorheen vlogen. In ons dorp sprongen alle ramen en de deuren hingen uit de hengsels. Drie dagen heeft het tovervuur geduurd. Een paar moedige mannen zijn gebleven, hebben telkens de branden geblust, vooral rond de ingangen van de ondergrondse bunkers, waarin nog tonnen explosieven lagen. Door hun moedige inzet werd de omgeving voor nog erger behoed.”

Veel niet ontploft

Op 27 mei 1920 ontplofte de munitiefabriek na een lange tijd van grote droogte. Drie grote explosies achter elkaar, die in dorpen tientallen kilometers verderop de vensters lieten springen. Nog drie dagen erna werden ontploffingen gehoord, waarbij giftige explosieven in de verre omtrek werden weggeslingerd. Dat veel van deze explosieven niet zijn ontploft, komt omdat men voor het vervoer van de slachtvelden naar Espagit de slaghoeden had verwijderd.

Aangewezen als industriegebied

Twee schroothandelaren zonder enige notie van explosieven kregen de opdracht het terrein te ontruimen. Beiden werden ernstig ziek na een halfslachtige opruimingsactie. In 1965 werd het terrein aangewezen als industriegebied en opgekocht door firma Meissner, Anlagenbau für die Chemische- und Sprengstoffindustrie. Vier jaar later werd openbaar gemaakt dat er toch geen fabriek zou worden gebouwd, ‘vanwege de grote aversie van de lokale bevolking tegen onze industrie’. En zo bleven boeren hun koeien weiden op de weilanden en tussen de Espagit-ruïnes. Telkens weer vonden ze springkoppen en granaatresten. Kinderen speelden ermee, boeren reden met hun trekkers over de granaten heen, waarbij soms zelfs wat rook vrijkwam. ‘Ze gaan toch niet af, dus er is geen gevaar’, dacht men …

Wordt vervolgd.


Nieuwsbrief Graanmarkt

Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van noteringen en marktontwikkelingen binnen de graanmarkt.

  • Datumnotatie:MM slash DD slash JJJJ
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Beheer
WP Admin