Melkveehouder John Tap melkt 430 koeien met 7 robots
“Het grootste voordeel van de melkrobots? We zijn minder tijd kwijt aan het melken, waardoor we het werk tussen 6.00 en 18.00 uur kunnen verzetten”, vertelt melkveehouder John Tap uit Biddinghuizen. “Doordat we beter kunnen plannen, houd ik meer tijd over voor mijn gezin.”
Om 18.00 uur zijn we klaar met werken
Sinds drie jaar boert John Tap (35) met zijn vrouw Demi (28) op een nieuwe locatie in Biddinghuizen. In de nieuwe stal staan in totaal zeven melkrobots: de Lely Astronaut A5. In drie productiegroepen melken ze met twee robots per groep in kop-kop-opstelling, in de opstartgroep kan één robot het werk aan. John zet de overige werkzaamheden rond met twee vaste werknemers en wat losse hulp. De 250 stuks jongvee staan op een aparte locatie van de maatschap Tap, in Zeewolde. Daar verzorgt zijn vader het vee.
Gepland werken
“Hier in Biddinghuizen werken we met vaste weekschema’s. We doen het meeste werk tussen 6 uur ’s morgens en 6 uur ’s avonds. Dat werkt fijn voor mezelf, maar zeker ook voor het personeel. En als het wat minder druk is, heb ook ik ruimte om m’n kinderen op te halen bij de gastouder”, lacht John. “Ook de koeien kennen het schema inmiddels. Als we een keer op een andere dag van de week de boxen instrooien, merk je direct dat ze onrustiger zijn dan normaal.”
Voor het planmatige werken maakt John volop gebruik van de taken, gezondheidslijsten en het automatisch separeren via het managementsysteem Horizon. “Met hulp van Lely Center Bunschoten hebben we de weekroutines ingebracht. Vanaf 8 uur ‘s avonds gaan de attentiekoeien en koeien voor het werk van de volgende dag automatisch naar de separatieruimte.” Van daaruit kunnen ze tussendoor ook de melkrobots bezoeken. De volgende dag staan dan de juiste koeien klaar voor de taak van die dag, bijvoorbeeld verse koeien, drachtcontrole, klauwbekappen, inseminaties of droogzetten. “Je moet wel durven vertrouwen op het systeem”, vertelt John. “In het begin keek ik continu op m’n telefoon, maar nu check ik Horizon nog maar zo’n twee keer per dag, dat is echt genoeg.”
Ervaring en vrij koeverkeer
Het werken met personeel was voor John een belangrijke overweging om te kiezen voor melkrobots. “In de oude situatie was het lastig het melken rond te krijgen qua personeelsbezetting. Nu krijg ik het werken met meer koeien gedaan met minder mensen.” De keuze voor Lely had vooral te maken met hun ervaring in automatisch melken en vrij koeverkeer “Die visie van Lely gaf voor mij de doorslag. De koeien kunnen helemaal hun eigen gang gaan, zeker als ze zoals hier de hele dag vers voer hebben.”
Tekst gaat verder onder foto

Centrale voergang
De stal heeft één centrale voergang. “Dat wilde ik heel graag, dat is overzichtelijk en werkt efficiënt.” In die centrale gang schuift de Lely Juno het voer aan. Voor de rest van de lay-out kreeg ik vakkundig advies van het Dairy XL-team van Lely Benelux en Lely Center Bunschoten. “Ook heb ik me laten inspireren tijdens bedrijfsbezoeken in Italië, waar ik met o.a. de Dairy XL adviseurs van Lely twee nieuwe bedrijven van dergelijke omvang heb bezocht.”
Hoge bezetting bij inmelken
De inmelkperiode noemt John ‘hectisch’, maar hij kijkt er wel goed op terug. “Wat we niet handig hadden aangepakt was de bezettingsgraad bij het inmelken. Alle robots zaten ramvol, omdat de melkprijs op dat moment erg goed was. Daardoor heb je weinig speling. Onze eigen 230 koeien verhuisden vanuit de oude stal met een 2×11 melkstal en op diezelfde dag arriveerden ook 200 nieuwe koeien van twee andere veestapels. Die dieren kenden de Lely Astronaut gelukkig al.” John heeft ook nog een advies voor collega-veehouders. “Probeer om mee te kijken bij het inmelken op een ander bedrijf. Dan weet je beter wat je te wachten staat.”
Eenvoudig rantsoen
Op dit moment produceren de koeien van maatschap Tap gemiddeld 37 liter per dag, met 4,60% vet en 3,50% eiwit. “In de oude stal molken we zo’n 32 tot 34 liter, dus we zijn mooi gestegen. We willen verder doorgroeien naar 40 liter per dag. En de laatste 20 lege koeplekken opvullen.” Die goede productie realiseert John met een simpel en constant rantsoen. “Dat past ontzettend goed bij onze koeien. Ook dat heeft bijgedragen aan de productiestijging.”
Tekst gaat verder onder foto

Weinig wisselingen
Het rantsoen uit de voermengwagen bestaat uit graskuil en snijmais, aangevuld met sojaraap en -hullen, geplette tarwe en mineralen. Alle lactatiegroepen krijgen datzelfde rantsoen. In de robot zit één soort krachtvoer. “Ik probeer ervoor te zorgen dat de koeien zo min mogelijk wisselingen ervaren, zowel qua groep als qua rantsoen. Daarom werk ik ook bewust niet met productiegroepen.” Er is één vaarzengroep, aangevuld met wat dieren in de tweede lactatie, en twee groepen van tweede lactatie en hoger. “Dat zorgt voor meer rust en werkt ontzettend fijn. Ik wil niet meer anders”, zegt John overtuigd.
Toekomstplannen
John heeft veel ambities voor zijn bedrijf. Voor de korte termijn staan de renovatie van het jongveebedrijf en de bedrijfsovername op de planning. Voor de langere termijn kijkt hij naar innovaties waarbij minder gespecialiseerd personeel nodig is. “Misschien dat de nieuwe Lely Zeta mijn volgende investering wordt”, besluit John.