Meer rhizoctonia-wortelrot in suikerbieten: tips voor preventie en aanpak
Meer rhizoctonia-wortelrot in suikerbieten dan normaal. IRS adviseert preventieve maatregelen en juiste rassenkeuze om schade en besmetting te verminderen.
Dit jaar wordt meer rhizoctonia-wortelrot in suikerbieten gevonden dan normaal. IRS-onderzoeker Annet Doornenbal vindt het lastig aan te geven hoeveel meer. De schade op aangetaste percelen is groter, en er wordt veel rhizoctonia-aantasting gezien in regio’s waar het normaal slechts incidenteel voorkomt. Een slechte bodemstructuur na de moeizame oogst van vorig jaar, veel vocht en hoge temperaturen bevorderden de aantastingen. De bodemschimmel veroorzaakt vooral op lichtere gronden en in sommige kleigebieden problemen.
Niet alle rot is rhizoctonia-wortelrot
Rhizoctonia komt vaak in plekken voor op het perceel. Symptomen op de biet variëren van bruine tot zwarte, ingezonken plekken tot volledig rotte bieten. De kop en het loof blijven het langst gezond. Niet alle rot is rhizoctonia; ook andere ziekten kunnen wortelrot veroorzaken. Rhizoctoniaresistente rassen kunnen ook aangetast worden, want ze zijn niet volledig resistent. Bij hoge rhizoctoniadruk en/of slechte bodemstructuur, eventueel in combinatie met een lagere pH, kan toch rot optreden. In een resistent ras is het aandeel rotte bieten wel veel lager dan in een vatbaar ras.
Om rhizoctonia-aantastingen in de toekomst te voorkomen, adviseert het IRS om preventieve maatregelen te nemen. Zorg voor een goede bodemstructuur, teel de juiste groenbemesters en voorvruchten of vermijd ongunstige voorvruchten. Zorg ook voor gunstige oogstomstandigheden van de voorvruchten en kies voor een resistent bietenras.
Rhizoctonia voorkomen begint bij het streven om de voorvrucht onder gunstige omstandigheden te oogsten. Een slechte structuur en plasvorming bij regen bevorderen rhizoctonia. Ook belangrijk is het op peil houden van de pH van de bodem. Een minimale pH van 6 verkleint de kans op rhizoctonia-aantasting.
Waardplanten vermijden en rassen kiezen
Mais, gras, peen, lelies, schorseneren en gladiolen zijn waardplanten van rhizoctonia. Daarom zijn ze ongunstig als voorvrucht voor suikerbieten. Betere voorvruchten zijn granen en aardappelen, bij voorkeur in combinatie met kruisbloemige groenbemesters zoals bladrammenas en gele mosterd. Bladrammenas vermindert de besmetting in de grond.
Als er rhizoctonia te verwachten is op het perceel, adviseert het IRS om te kiezen voor een ras met rhizoctoniaresistentie. Neem geen risico en kies een resistent ras als er veel mais, peen, schorseneren, lelies, gladiolen en/of gras in het bouwplan staan.
Kies echter niet automatisch voor rhizoctoniaresistentie. Als op basis van grondsoort en teelthistorie van een perceel de kans op rhizoctonia klein is, halen rassen zonder resistentie vaak een hogere opbrengst.
LEES MEER ARTIKELEN OVER BODEMGEZONDHEID, ZOALS HET LAATSTE NIEUWS, ACHTERGRONDEN EN VIDEO'S.
Nieuwsbrief akkerbouw
Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ontwikkelingen binnen akkerbouw.