VarkensNieuws

Meer aandacht voor tweedeworpszeugen

Wageningen – Een verhoogd voerniveau tijdens de eerste 35 dagen van de tweede dracht van zeugen heeft geen negatieve gevolgen voor de embryonale overleving in de volgende worp. Dat concludeert Lia Hoving, werkzaam bij Provimi, in haar proefschrift.

Volgens het onderzoek van Hoving, uitgevoerd door Wageningen UR en Varkens KI Nederland, kan een voldoende hoog voerniveau aan het begin van de dracht zelfs een positief effect hebben op de toomgrootte in de volgende worp. In de praktijk zijn voerschema’s tijdens de dracht voor oudere zeugen geënt op een relatief hoog niveau direct na de inseminatie. Zodoende kan de zeug beter herstellen van de kraamperiode waarin ze veel conditie heeft verloren. Het voerniveau van jonge zeugen blijft echter vaak aan de lage kant, uit vrees voor embryonale sterfte. Die vrees blijkt uit dit onderzoek ongegrond. Bovendien moeten juist jonge zeugen nog groeien om hun volwassen gewicht te bereiken.

Volgens Hoving is het daarom belangrijk veel aandacht voor de tweedeworpszeugen te geven. Vaak zijn de tomen van de tweede worp kleiner dan de eerste worp. Ook de tomen daarna kunnen kleiner zijn. Om de reproductieresultaten in de tweede worp te verbeteren is het volgens de onderzoekster belangrijk het gewichtsverlies tijdens de eerste lactatie te beperken to maximaal 12 procent van het lichaamsgewicht.

Een overzicht van de prijzen voor vleesvarkens vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin