Onderzoek naar afhankelijkheid telers Tiense Suiker
De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) heeft een onderzoek geopend naar Tiense Suiker. De BMA kijkt of telers op een onwettige manier economisch afhankelijk zijn van de verwerker van suikerbieten.
Zowel BMA als de Confederatie van de Belgische Bietenplanters (CBB) benadrukken dat het openen van een onderzoek niets zegt over het uiteindelijke resultaat. “Op dit moment is er geen inbreuk vastgesteld, maar BMA wil graag meer informatie krijgen over de relatie tussen de suikerfabrieken en de bietentelers”, aldus CBB.
Eind november berichtte BMA dat er een onderzoek werd geopend naar een mogelijk misbruik van economische afhankelijkheid in de landbouwsector, nadat een vooronderzoek ernstige aanwijzingen van een mogelijke inbreuk aan het licht bracht. Over welke deelsector het ging in de landbouw, was toen niet duidelijk. Nu is bekend dat het over de suikerbietensector gaat.
BMA wil meer weten over relatie telers-Tiense
Het doel van het onderzoek is om na te gaan of de telers economisch afhankelijk zijn van Tiense Suiker. “Een teler wordt geacht economisch afhankelijk te zijn van Tiense Suiker, indien hij bij verlies van het bietencontract niet binnen een redelijke termijn en tegen redelijke kosten alternatieven kan vinden om economisch te overleven”, aldus CBB. “Deze alternatieven kunnen bestaan in het verkopen van de suikerbieten aan andere raffinaderijen of producenten of door over te stappen naar andere landbouwgewassen of activiteiten.”
“Op dit moment is er geen inbreuk vastgesteld, maar wil BMA graag meer informatie krijgen over de relatie tussen Tiense Suiker en de bietentelers”, benadrukt CBB. Naar aanleiding hiervan krijgen bietentelers in de loop van deze maand een vragenlijst toegestuurd. De federatie nodigt zoveel mogelijk telers uit om de vragenlijst in te vullen.
Volgens de CBB speelt mee dat België niet zoveel suikerfabrieken heeft. Aan welke fabriek een teler levert, ligt onder andere aan de ligging van het bedrijf. Dat betekent dat bietentelers kunnen kiezen, zolang er voldoende verwerkingscapaciteit in de fabrieken is. Telers met participatierechten hebben daarbij voorrang. Belgische bieten gaan ook wel naar suikerfabrieken in omringende landen. Telers in het oosten van het land kiezen er soms voor hun bieten in Nederland bij Cosun of in Duitsland bij Pfeifer & Langen af te zetten.
In een reactie stelt Tiense Suiker dat zijn werking niet is veranderd in de laatste jaren, en dat men steeds werkt op basis van interprofessionele akkoorden met de telers. “Wij verlenen onze volle medewerking aan het onderzoek”, aldus het bedrijf. Boerenbond laat tot slot weten dat dit geen uitzonderlijke procedure is. “Vorig jaar heeft BMA ook de aardappelsector onder de loep genomen over de Belgapom-notering. Dat leverde toen niets op.”