Hof: Shell niet verplicht tot CO₂-reductie, impact op agribusiness mogelijk
Het hof vernietigt de klimaatuitspraak tegen Shell, wat ook impact kan hebben op bedrijven in de agribusiness. Milieudefensie zet druk op verduurzaming.
Het gerechtshof in Den Haag heeft dinsdag de eerdere historische uitspraak in de klimaatzaak van Milieudefensie tegen Shell vernietigd. Volgens het hof rust op het bedrijf weliswaar een ‘zorgvuldigheidsplicht’ om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan, maar Shell kan niet worden verplicht tot concrete percentages waarmee het de CO₂-uitstoot moet verminderen. De uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg, die Shell verplichtte tot een reductie van zijn CO₂-uitstoot met 45% voor 2030, is daarmee vernietigd.
Impact op food- en agribusiness
Deze nieuwe uitspraak is ook relevant voor andere bedrijven, waaronder in de food- en agribusiness. Naar aanleiding van de overwinning in de eerste uitspraak richtte Milieudefensie daarna zijn pijlen op een lijst van 29 andere grote Nederlandse bedrijven die volgens Milieudefensie meer zouden moeten doen aan klimaatbeleid. Op deze lijst staan onder andere twee bedrijven die in boerenhanden zijn: FrieslandCampina en Vion. Ook andere partijen uit de food- en agriketen stonden hierop, zoals Ahold Delhaize, Rabobank, Unilever en Yara. Sinds de eerste uitspraak in 2021 voerde Milieudefensie bij deze bedrijven de druk op om met meer klimaatplannen te komen, met de dreiging van eenzelfde rechtszaak als tegen Shell.
Oordeel van de rechters
De rechters leggen dinsdag in hun uitspraak uit dat allerlei rapporten die tijdens de rechtszaak zijn behandeld ‘onvoldoende houvast’ bieden om Shell een concreet percentage op te leggen. Ook staat voor het hof niet vast dat een reductieverplichting voor Shell wereldwijd een positief effect zou hebben op het tegengaan van klimaatverandering. Als Shell bijvoorbeeld minder olie en gas zou doorverkopen die door andere bedrijven uit de grond zijn gehaald, dan zouden andere bedrijven die doorverkoop kunnen overnemen.
Eis om CO₂-uitstoot te verminderen
Milieudefensie en andere organisaties hadden in hoger beroep opnieuw geëist dat Shell de CO₂-uitstoot die het direct en indirect veroorzaakt, in 2030 met zeker 45% zou moeten verminderen. Dat percentage hadden de eisers gebaseerd op wetenschappelijke rapportages over de wereldwijde uitstootvermindering die nodig is om nog een redelijke kans te maken op het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad. Zo’n algemene norm is echter ‘niet fijnmazig genoeg om rechtstreeks op Shell te kunnen toepassen’, oordeelt het gerechtshof. Per land en per sector kunnen volgens de raadsheren verschillende reductiepercentages nodig zijn.
VNO-NCW over de uitspraak
Werkgeversorganisatie VNO-NCW reageert opgetogen op de uitspraak, maar geeft tegelijk aan dat in het Nederlandse bedrijfsleven zorgen blijven bestaan over soortgelijke rechtszaken. “Het is goed dat de rechter vaststelt dat het verantwoordelijk maken van een individueel bedrijf voor de CO₂-uitstoot van zijn klanten geen effectief klimaatbeleid is,” reageert een woordvoerster van VNO-NCW op de uitspraak.
De werkgeversorganisatie stelt dat Nederlandse bedrijven toegewijd blijven aan de energietransitie en de klimaatdoelen van Parijs. Die zijn wat VNO-NCW betreft vooral haalbaar via samenwerking tussen onder meer bedrijven, de overheid en ngo’s. Klimaatzaken in de rechtszaal zouden juist averechts werken. “We blijven bezorgd over dit soort rechtszaken. De energietransitie slaagt alleen wanneer grote investeringen gedaan worden. Daar is stabiel beleid voor nodig.”
Medeauteur: ANP