Partner
Foto: Hans Prinsen AlgemeenPartner

Hoe voedseletiketten leiden tot het in stand houden van mythes en verwarring

Het is niet verwonderlijk dat veel consumenten in de war raken over hoe hun voedsel geproduceerd wordt, schrijft Eddy Thomas van Elanco Animal Health.

Voedselfabrikanten zijn steeds meer op zoek naar manieren om zich te onderscheiden. Zo kan je bijvoorbeeld reguliere kip kopen, scharrelkip, traag groeiende kip of een bio kip. En staat er bijvoorbeeld op een etiket dat er geen antibiotica is gebruikt. Maar wat betekent dat nou allemaal?

Want of je nu wel of niet vlees, melk of eieren koopt met een specifiek ‘antibioticavrij’ etiket, je koopt altijd iets dat vrij is van antibiotica. Dat komt omdat veehouders zich wettelijk aan strenge regels moeten houden wanneer antibiotica nodig zijn om ziekte te bestrijden en het welzijn van dieren te garanderen zodat vlees, melk en eieren veilig zijn voor consumptie.

Waarom dus alle verwarring?

Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, maar laat ik twee belangrijke punten aanstippen.

Ten eerste krijgt de consument te maken met verwarrende en vaak negatieve informatie over de veehouderij. Zo wordt er gesuggereerd dat dieren worden gefokt met behulp van antibiotica en/of hormonen. Dit is een wijdverspreide mythe.

Maar als gevolg daarvan blijkt uit een wereldwijd onderzoek uitgevoerd in opdracht van Elanco dat 31 procent van de stedelijke bevolking denkt dat er onnodig veel antibiotica worden gebruikt in de veehouderij. Terwijl het gebruik van antibiotica in het grootste deel van de wereld beperkt is tot therapeutische toepassingen.

Daarnaast is ongeveer 41 procent (Kynetic commissioned by Elanco Animal Health – Food Myth Research, 2016. Data on File) van de respondenten van mening dat er ‘veel hormonen’ worden gebruikt in de pluimveeproductie, wat ook absoluut niet waar is. Het toevoegen van hormonen aan diervoeders, dus ook aan kuiken- of kippenvoer, is bij wet verboden.

Ten tweede hebben marketeers van levensmiddelenbedrijven op deze bezorgdheid van de consument gereageerd door bijkomende informatie op de verpakking te plaatsen en aldus hun producten te differentiëren. Hierdoor ontstaat de perceptie dat producten zonder deze bijkomende informatie verdacht zijn, wat niet het geval is.

Bezorgdheid over voedselveiligheid

Voor mij is er een reëel gevaar dat het koppelen van deze twee factoren de bezorgdheid over voedselveiligheid groter maakt – een kwestie die een negatieve invloed kan hebben op de aankoopbeslissingen (en dus op de voeding) van gezinnen.

Dierenartsen en producenten erkennen de bezorgdheid van de consument over het gebruik van antibiotica. En ze nemen belangrijke stappen voor een meer verantwoord gebruik van antibiotica, en het stimuleren van preventieve gezondheidsmaatregelen.

Veehouders dragen ook hun steentje bij. Velen van hen hebben een goed begrip van het belang van het management van hun bedrijf – zoals ventilatie en andere hygiëne- en veiligheidsregels – die de gezondheid van de dieren verbeteren. Maar de consument is zich niet altijd bewust van deze ontwikkelingen.

De belangrijkste bevindingen van het genoemde onderzoek tonen aan dat mensen over de hele wereld zich zorgen maken over wat er met hun voedsel gebeurd. Maar zelfs de meest toegewijde consument geeft toe dat ze de betekenis van veel voedseletiketten en de verschillen in landbouwmethoden – zoals biologisch en conventioneel – en de milieu-impact niet echt kennen.

Als diergezondheidsindustrie spelen we samen met dierenartsen en veehouders een belangrijke rol in het beter communiceren over de cruciale rol van gezonde dieren om voedselveiligheid en dierenwelzijn te waarborgen bij de productie van melk, vlees en eieren. Om op die manier de consument te helpen meer duidelijkheid te krijgen waar hun dagelijks voedsel vandaan komt.

Beheer
WP Admin