‘Het collectieve falen van boeren’
Boeren zijn stil en geven de regie uit handen. Dat zorgt uiteindelijk voor steeds minder inkomen.
Boeren is een individualistisch beroep geworden. De buurman is de concurrent, het liberale gedachtegoed overheerst. Gelukkig worden we daar niet van, persoonlijke overwinninkjes worden overschaduwd door collectief falen. Veel outsiders praten oeverloos over wenselijke veranderingen, vanuit de boeren zelf blijft het stil. Veranderingen van buitenaf gaan over toevoegingen aan het productieproces, die de boer moet betalen en waarvan de opbrengsten uitblijven. Ook de commissie-Nijpels zal met zo’n dertien-in-een-dozijnrapport aankomen.
Mogelijkheden zat voor hoger boerenrendement
Er zijn echter mogelijkheden genoeg om het boerenrendement te verhogen. In sectoren én tussen sectoren. De fosfaatrechten zijn zo’n voorbeeld: de handel start met € 4.000 opwaarts per koe. Een zeug produceert de helft fosfaat, maar € 2.000 per zeug hoeft haar productierecht niet te kosten. Voor minder wil ik mijn rechten en vergunningen wel inleveren en met mij voldoende collega’s om de 8% generieke korting te pareren. Het is echter onbespreekbaar gebleken in de onderhandelingen.
Gevecht om de mest
Een ander voorbeeld is het gevecht om de mest, beter gezegd: om de euro’s. Als varkenshouder kan ik €12 per ton mest toebetaling aan de akkerbouwer billijken, wanneer straks de granen voor € 12 per 100 kilo geleverd worden. Beide situaties zijn echter te belachelijk voor woorden. Met twee vrachten graan en zes vrachten mest per week zou ik wel een win-winafspraak willen maken, over ‘graan voor mest’ hoor je bijna niemand meer.
Boeren is een individualistisch beroep geworden. De buurman is de concurrent, het liberale gedachtegoed overheerst. Persoonlijke overwinninkjes worden overschaduwd door collectief falen.
‘We gunnen als boeren elkaar de winst niet’
We gunnen als boeren elkaar de winst niet en laten liever een ander ermee vandoor gaan. Zo zag ik in korte tijd de grondstofprijzen voor ons bedrijf met € 5 tot € 10 per 100 kilo dalen. Wie zag zijn mengvoer met deze bedragen onderuitgaan? De industrie weet heel goed dat haar afnemers niet bezig zijn met prijs, maar veel meer met het 38ste nieuwe voerconcept en bijbehorende blabla. Bovendien kost de koude sanering hen handenvol geld, die de blijvers moeten ophoesten.
Samen als boeren aanbod afstemmen op vraag
Op de overheid moet je niet wachten, je moet juist goede voorzetten geven en zelf boerenregie houden. Onze zuiderburen laten per boer tot tienduizenden euro’s crisisgeld cash uitbetalen en zetten de Nederlandse collega’s daarmee direct op achterstand. Slim is het niet, het jaagt de overproductie alleen maar verder op. Ik sprak een Vlaamse collega die het crisisgeld gebruikt had voor de aankoop van honderd extra fokdieren. Waarom steken we de koppen niet bij elkaar om het aanbod af te stemmen op de vraag en zo de prijs naar een acceptabel niveau te brengen? Productievermindering kost geld, maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt als je weer eens ‘nee’ kunt zeggen bij verkooponderhandelingen. Zolang we ons als lemmingen gedragen, blijven we met zijn allen steeds meer produceren voor steeds minder boereninkomen.