“Geen bouwleges voor luchtwasser”

Roermond – De rechtbank in Roermond heeft een varkenshouder uit Venray in het gelijk gesteld dat een luchtwasser niet tot de bouwkosten mag worden gerekend bij het vaststellen van de hoogte van bouwleges.

De varkenshouder had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de bouwlege (de kosten die ene gemeente in rekening brengt voor de bouwvergunning). Volgens de gemeente Venray is een luchtwasser wel degelijk onderdeel van de stal en moet dus worden meegerekend in de totale bouwkosten en de leges die daaruit volgen. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet het geval is en verlaagde om die reden het gevorderde bedrag aan bouwleges voor de varkenshouder van 7825 euro naar 5428 euro. De luchtwasser kostte de boer 90.000 euro.

Met de uitspraak heeft de rechtbank in Roermond volgens advocaat Peter Goumans van Goorts & Coppens Advocaten in Helmond de toon gezet voor alle gemeentes die eenzelfde legesverordening hebben als de gemeente Venray. Legesverordeningen zijn vaak standaard. De uitspraak zal voor gemeentes die luchtwassers bij de bouwkosten meerekenen dan een koerswijziging tot gevolg moeten hebben. “Varkenshouders die al een onherroepelijke aanslag hebben ontvangen kunnen niet meer van deze uitspraak profiteren. In lopende bezwaarprocedures kan de uitspraak van de rechtbank Roermond nog wel worden ingebracht”, aldus Goumans.

De varkenshouder had de rechter ook gevraagd of de kosten voor de elektriciteitsinstallatie voor de regeling en de aansturing van het ventilatiesysteem onder de bouwkosten vielen. De rechter oordeelde dat die kosten wel onder de bouwkosten vallen omdat die installatie betrekking heeft op de vaste inrichting.

Jaren geleden is een soortgelijke zaak bij de rechter voorgekomen waarbij het ging om de vraag of de stalinrichting bij de bouwkosten mogen worden gerekend. Toen oordeelde de rechter dat deze niet worden begrepen onder de bouwkosten.