Fosfaatexcretie stijgt, maar blijft onder plafond

De stikstofexcretie daalde in dezelfde periode en ligt met 473,7 miljoen kilo ruim 6% ook onder het plafond. Dat blijkt uit de kwartaalmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De fosfaatexcretie van de melkveestapel steeg in het eerste kwartaal van 2022 aanzienlijk ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021: met 5,4% van 74,1 naar 78,1 miljoen kilo. De fosfaatexcretie was in 2018 voor het laatst boven de 78 miljoen kilo.

De stijging van de fosfaatexcretie komt vooral door het hogere fosforgehalte in de grasoogst van 2021. Ook werd er meer mengvoer gebruikt, met daarin ook een iets hoger stikstof- en fosforgehalte. Bij het gebruik van snijmais is rekening gehouden met een afname van het maisareaal in 2021 met 5%.

Bij de berekening wordt uitgegaan van de voortschrijdend gemiddelde melkproductie zoals RVO dat berekent. Dat ligt nu op 8790 kilogram melk per koe, een daling van 0,5% ten opzichte van het vorige kwartaal.

Stikstofexcretie

De stikstofexcretie van de melkveestapel is met 275 miljoen kilo in het eerste kwartaal van 2022 1,7% lager dan in het vierde kwartaal van 2021.

De belangrijkste oorzaak voor de daling is het lagere stikstofgehalte van de grasoogst in 2021 wat doorwerkt in de samenstelling van de gevoerde graskuil in 2022.

De fosfaat- en stikstofexcretie van de overige diercategorieën bleef nagenoeg gelijk in het eerste kwartaal van 2022 ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021.