Een deel van de slachtoffers van de overstromingen zal straks last krijgen van psychische klachten zoals herbelevingen, somberheid, angsten en prikkelbaarheid. - Foto: Mark Pasveer BoerenlevenAchtergrond

Grote klap van wateroverlast gaat nog komen

Het water is weg maar de problemen niet. Zorgverleners verwachten flink wat psychische noodkreten.

Halverwege juli stond het water in de rivier de Geul bij Valkenburg maar liefst zeven meter hoger dan in de weken daarvoor. Afwateren in de Maas kon niet meer, die stond eveneens hoger dan hoog. De gevolgen waren desastreus, overal langs deze rivieren kolkte het water door dorpen, spoelde over de uiterwaarden en brak door dijken. Huizen stonden onder water, grond en gewassen eveneens. Hoe groot de financiële en materiële schade is, daar is nog amper iets van te zeggen.

Pyschische klap komt nog

Bedragen van tientallen miljoenen euro’s worden genoemd. “We zijn nog aan het inventariseren”, zegt Geert van Kempen, projectleider bij Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) Ledenzorg. Tegelijk is hij al bezig met de fase daarna want de inschatting is dat de grootste klap nog moet komen en dan doelt hij op de psychische kant van de ramp. “We zijn nu eerst nog aan het dweilen maar deze overstromingen gaan zeker nog een staartje krijgen. Ik verwacht dat we nog een heleboel telefoontjes van boeren gaan krijgen omdat ze zorgen hebben over hoe het allemaal verder moet.”

We zijn nog aan het dweilen maar deze overstromingen gaan zeker nog een staartje krijgen

Dat heftige gebeurtenissen zoals de recente overstromingen voor psychische problemen kunnen zorgen, is bekend. Onderzoek naar de verwerking van de overstromingen in 1995, die toen ook Limburg aandeden, lieten duidelijk zien dat mensen soms nog lang symptomen kunnen hebben die op PTSS kunnen wijzen. Dat staat voor posttraumatische stressstoornis, klachten kunnen zich tot wel zeven jaar na het gebeurde voordoen. Te denken valt aan hevige herbelevingen, slecht slapen, slecht kunnen concentreren, prikkelbaarheid en gevoelens van onrust en angst.

Opvang na ramp van belang

Hoe hevig de klachten zijn en blijven, hangt voor een deel af van de manier waarop mensen na de ramp worden opgevangen. Niet alleen door familie, vrienden en buren, maar ook door bijvoorbeeld de overheid, de bank en de verzekering. Op dat punt houdt de LLTB zijn hart vast want de eerste signalen over grijze gebieden zijn er al. Schade als gevolg van regen is bijvoorbeeld wel gedekt, schade als gevolg van overstromingen niet, ook al heeft het een duidelijk te maken met het ander. En dan is er ook nog gesteggel over hoeveel water er precies op het land moet hebben gestaan om schade vergoed te krijgen.

Het Rijk verklaarde het gebied tot rampgebied en zei toe financieel bij te springen. De vraag is echter of ze dat ook doet voor boeren die actief zijn in de uiterwaarden, waar meer kans is op overstromingen ook al gebeurt dat in de zomer doorgaans niet.

Veel onzekerheid

Kortom, er is veel onzekerheid over de afhandeling en dat kan nog eens extra bijdragen aan het ontstaan van psychische problemen. Wie goed geholpen wordt, maakt een zachte landing als alles achter de rug is. Wie zich niet goed geholpen voelt, heeft het veel moeilijker.

Ook Liza Simons, boerin en agrarisch coach bij Een Andere Aanpak in het Brabantse De Mortel, denkt dat de grootste klap nog gaat komen. “De overstromingen waren natuurlijk heel erg, echt een ramp. Maar als alles straks is opgedroogd en opgeruimd, dan beginnen de problemen pas echt. De schade moet afgehandeld worden, die processen kunnen heel erg lang duren. En soms worden beslissingen voor de toekomst naar voren gehaald. Als je 55 bent en je hebt geen opvolger, ga je dan nu het bedrijf nog weer helemaal opbouwen? Dat zijn moeilijke en ook pijnlijke vragen die je nog een tijd voor je uit had kunnen schuiven, maar die nu versneld beantwoord moeten worden.”

Beslissingen voor de toekomst worden naar voren gehaald

Ze legt uit dat getroffen mensen op dit moment veelal nog in de overlevingsstand staan. “Ze handelen vanuit stress, eerst moet je zien dat de basis weer overeind staat, dat je weer stroom hebt en water, en dat je weer kunt melken en voeren. Als de basis staat, dan pas komt het gevoel aan bod. Soms komt iemand dan tot rust, anderen kunnen die rust juist helemaal niet vinden. Ze ervaren gevoelens van rouw, verlies, verdriet en overmacht. Deze wateroverlast is een gebeurtenis die bijblijft en die altijd weer de kop op kan steken. Hoe vaak en hoe erg, dat is per persoon en per situatie verschillend, er is geen blauwdruk voor.”

Zelf maakte ze ooit een boerderijbrand mee. Hoewel de ramp van een andere categorie was, doorliep ze hetzelfde proces als waar overstromigsslachtoffers nu mee te maken hebben. “Alles was weg. Op dat moment heb je geen tijd om stil te staan bij je gevoelens, je komt in actie, je zorgt eerst dat je een dak boven je hoofd hebt, dat je ergens kunt slapen en dat je te eten hebt. Er moet zóveel geregeld worden, daar ben je druk mee, je hebt helemaal geen tijd voor andere zaken. Pas als de basis weer staat, komen die aan bod.”

Praten over overstroming

Ze raadt mensen aan om te praten over wat hen is overkomen. “Dat klinkt een beetje makkelijk zo van: praat erover en het gaat vanzelf over, maar wat ik bedoel is écht praten. Zorg voor een vertrouwenspersoon waarbij je af en toe een kop koffie gaat drinken en bij wie je je verhaal kwijt kunt. Iemand die vraagt hoe het met je gaat en die daarna doorvraagt. Waar ben je bang voor? Waar ben je boos over? Waar zitten je frustraties en je zorgen?”

Liza’s volgende tip is voor mensen die bij zichzelf signaleren dat ze het moeilijk blijven houden met wat er is gebeurd. “Zoek contact met je huisarts, die kan je eventueel doorverwijzen naar een traumatherapeut. Als je ook na meerdere maanden nog heel emotioneel bent als het over de overstroming gaat en als je er niet of moeilijk over kunt praten, dan kan speciale therapie helpen. Denk bijvoorbeeld aan EMDR. Dat is een methode die de scherpe kantjes van de nare herinneringen af haalt. Je vergeet het gebeurde niet, maar je kunt je daarna weer richten op nieuwe dingen in het leven.”

Zoek contact met je huisarts, die kan je eventueel doorverwijzen naar een traumatherapeut