AlgemeenOpinie

Cono en weidegang

Kaasmaker Cono voelt de tijdgeest goed aan. Tien jaar geleden begon de Noord-Hollandse coöperatie als eerste met een toeslag op de melk van koeien die in de wei lopen.

Andere zuivelaars volgden. Nu verdubbelt Cono de toeslag.

Is dit economisch verantwoord, is het op de markt terug te verdienen? Ja, denkt directeur Eric Hulst. ‘Onze kaas moet het hebben van smaak en smedigheid’, zegt hij in een interview met deze krant. De koe in de wei voegt iets toe aan het imago van de Cono-kaas, en dat imago is er niet eentje van een kiloknaller, maar van smaak en stijl.

De zuivelwereld gaat hiermee een pad op dat de pluimveehouderij al goed kent. Een ei is een ei, maar het winkelschap kent een veelheid aan keurmerken, die vooral te maken hebben met het houderijsysteem. In de zuivel was tot nu toe eigenlijk alleen onderscheid tussen biologisch en gangbaar, met binnen gangbaar dan nog ‘merkzuivel’ en merkloze zuivel. Dat verandert. Weidegang wordt steeds meer een onmisbare eis voor de categorie merkproducten met eigen gezicht. Wakker Dier staat al in de startblokken met acties om weideloze melk uit de schappen te knallen, net als nu met vlees van de ‘plofkip’ gebeurt.

Het is afwachten of andere zuivelondernemingen Cono zullen volgen in het ophogen van de weidepremie. Maar dit is wel duidelijk: weidegang wordt steeds minder een kwestie van sentiment of gewoonte, en steeds meer ook een zakelijke afweging. En met zulke premies ook een reële keus voor de ondernemer.