Commissie zegt nee tegen steun varkenshouderij

Zeven landen (Duitsland, Spanje, Italië, Denemarken, Nederland, Zweden en Finland) verzetten zich tegen een Europese ingreep in de markt. Europees landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski vindt dat lidstaten zelf voldoende mogelijkheden hebben om varkenshouders in hun eigen land te ondersteunen binnen de bestaande mogelijkheden.

De Europese Commissie heeft het permanent comité voor de landbouw (SCA) gevraagd op een rij te zetten wat er mogelijk is aan steun. De Europese Commissie legt de bal bij de lidstaten die binnen de coronasteun-mogelijkheden hebben om te helpen. De Poolse regering heeft een staatssteunpakket aangekondigd van € 88 miljoen.

Frankrijk geeft steun

De Franse minister van landbouw Julien Denormandie heeft vorige week een pakket van € 270 miljoen aangekondigd, waarin onder andere een eenmalige ondersteuning van € 15.000 per varkensbedrijf. Volgens Denormandie dreigt 30% van de Franse varkenshouders te verdwijnen als er geen steun wordt gegeven. “We worden geconfronteerd met een historische crisis”, aldus Denormandie.

Het permanent comité voor de landbouw in Brussel zegt dat de varkenshouderij in de afgelopen twee jaar in een soort achtbaan verkeert met sterk fluctuerende prijzen, die los van de seizoensinvloeden ook onderhevig zijn aan andere factoren zoals de uitbraak van Afrikaanse varkenspest, de handel met China en de Covid-crisis. Volgens het permanent comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de 27 lidstaten, lijken hulp via de plattelandsontwikkeling en via staatssteun de beste opties. Tot nu toe maken nog weinig lidstaten van die mogelijkheden gebruik.

Europees landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski zegt dat ondersteuningen op Europese schaal van dezelfde orde-grootte zouden oplopen tot € 2,7 miljard, bijna zes keer de omvang van de beschikbare crisisreserve.

‘Inzet crisisreserve problematisch’

Wojciechowski heeft vorige week in overleg met het Europees Parlement gezegd dat hij het signaal van de zeven belangrijke varkenslanden niet kan negeren. “De zeven lidstaten hebben samen bijna twee derde van de Europese varkensproductie en zij hebben niet gevraagd om marktmaatregelen”, aldus Wojciechkowski.

Inzet van de Europese crisisreserve (€ 497 miljoen), waar een aantal lidstaten om heeft gevraagd, vindt Wojciechowski problematisch. Niet alleen omdat zowel de lidstaten als het Europees Parlement daar goedkeuring aan moeten geven, maar ook omdat het uiteindelijk de boeren zelf zijn die dit bedrag zullen financieren door een lagere uitbetaling via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

De zeven lidstaten die duidelijk hebben aangegeven dat ze marktingrepen niet nodig vinden vormen tezamen een blokkerende meerderheid in de raad van landbouwministers.

Wojciechowski vreest dat steun vooral terecht komt bij de grotere ondernemers, wat een verdere concentratie van de varkensproductie zal stimuleren. Nu al is driekwart van de varkensproductie in handen van 2% van de bedrijven.