AlgemeenAchtergrond

Boerenzoon in de Kamer

Niels van den Berge kwam in juni net niet in de Tweede Kamer voor Groenlinks. Komende maanden zit hij toch in de blauwe bankjes, als vervanger van Mariko Peters die zwanger is. Als het gaat over landbouw loopt Van den Berge zeker naar de interruptiemicrofoon.

Een paar maanden lid van de Tweede Kamer, wat kun je dan in vredesnaam doen? Niels van den Berge is realistisch, in zo’n korte periode kun je de wereld niet veranderen. Wie een collega-Kamerlid vervangt die met zwangerschapsverlof is, moet niet al te grote pretenties hebben.

Toch vindt hij het tijdelijke lidmaatschap van de Kamer een geweldige uitdaging. Hij zal er als vertegenwoordiger van Groenlinks alles aan doen om er in de Kamer uit te halen wat erin zit en de standpunten van zijn partij op het terrein van landbouw en natuur ’smoel’ te geven.

Bijvoorbeeld als het gaat om het EU-landbouwbeleid. Daarover worden komende maanden belangrijke beslissingen genomen. Nu is de tijd om staatssecretaris Henk Bleker munitie mee te geven. Dat gaat hij zeker doen.

Van den Berge (26) is opgegroeid op een agrarisch bedrijf op het Zeeuwse eiland Tholen. Zijn vader teelde rode bessen, bramen en frambozen. Hij werkte veel mee op het bedrijf. Daar, tussen de struiken in dat mooie open landschap, groeide zijn liefde voor de natuur. En voor de landbouw. Het boerenvak, eigenlijk is er niks mooier dan dat, zegt hij. Voedsel produceren, in en met de natuur, geweldig om te doen. Misschien dat hij later nog eens terugkeert in de landbouw, hij sluit dat zeker niet uit.

Maar nu is hij politicus. Op de middelbare school raakte hij geïnteresseerd in de politiek. Deed mee aan het Nationale Jeugddebat, werd woordvoerder van Dwars, de jongerenorganisatie van Groenlinks. Hij studeerde aan Wageningen Universiteit en zat daar een paar jaar in de gemeenteraad. Inmiddels loopt hij al een tijdje rond op het Binnenhof als fractiemedewerker. Kent de structuren, politieke verhoudingen, de wandelgangen.

Uiteindelijk gaat het natuurlijk om visie, standpunten en overtuigingskracht, zegt hij. In de aanloop naar de jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer (juni 2010) reed hij met een trekker door het land en ging op bezoek bij boeren en tuinders. Die ervaring heeft hem extra gemotiveerd. Hij is nog steeds onder de indruk van de creativiteit en het ondernemerschap van veel boeren en tuinders. Ze gaan niet bij de pakken neerzitten, zoeken alternatieven. De een begint een landwinkel, de ander bouwt een windmolen of legt zonnepanelen op zijn stal. De boer van de toekomst is er al lang, zegt hij.
Hij kwam ook bij boeren die hun bedrijfsvoering dolgraag willen aanpassen, maar daarvoor geen enkele steun krijgen van de overheid, eerder tegenwerking. Neem nou die biologisch melkveehouder met een bedrijf naast een natuurgebied. Deze boer wilde de nitraatvervuiling van het grondwater verminderen door een potstal te bouwen. De overheid hoort zo’n ondernemer te steunen, zegt Van den Berge. De praktijk is juist dat de subsidieregelingen voor duurzame ontwikkelingen in de landbouw worden afgebouwd. Dat gaat hij als Kamerlid absoluut aan de orde stellen.
Van den Berge is voorstander van de biologische landbouw. Hoe meer hoe beter. Natuurlijk. Maar hij staat wel met beide voeten op de grond, is geen wereldvreemde idealist. In de tussentijd zullen de meeste agrariërs op een gangbare wijze hun brood moeten verdienen. En op die bedrijven kunnen ook stappen worden gezet, weet hij. Bijvoorbeeld door mest te vergisten of windenergie te produceren. Niet elke boer hoeft om te schakelen.

Hij verwacht veel van het nieuwe landbouwbeleid. Nu is de kans om de Europese subsidiestroom naar het platteland in een andere richting te sturen. Als het aan Van den Berge ligt krijgen boeren in de toekomst alleen nog geld als zij groene, blauwe of andere maatschappelijke diensten aan de samenleving verlenen. Hij weet heel goed dat lang niet alle lidstaten op die lijn zitten. Maar de strijd is niet bij voorbaat verloren. Als er een moment is om het beleid drastisch aan te passen, dan is het nu. Mooi dat hij juist deze periode in de Kamer zit, zegt hij.

Van den Berge pleit voor fatsoenlijke, eerlijke opbrengstprijzen. De werkelijkheid is anders. Tussenhandel en supermarkt verdienen veel meer aan voedsel dan de primaire producent. Dat moet echt anders, zegt hij. Als het aan hem ligt, begint Bleker een discussie met alle partijen in de keten over een eerlijke verdeling van de opbrengst. Dat moet leiden tot harde afspraken. Hij hoopt Bleker de komende maanden zover te krijgen.

Beheer
WP Admin