Biologische pluimveesector op eigen kracht verder

De Glind – Het biologisch bedrijfsnetwerk pluimvee is onlangs afgesloten maar zal worden voortgezet en uitgebouwd door de sector en biologische pluimveehouders zelf. Dat zegt Jaap van Deelen, voorzitter van de Biologische Pluimveehouders Vereniging (BPV).

De afgelopen tien jaar heeft het ministerie van ELI het biologische bedrijfsnetwerk gefinancierd, maar het heeft al enkele jaren geleden aangegeven dat de biologische pluimveesector in 2012 op eigen benen moet staan. Van Deelen: “Daar hebben we de afgelopen jaren ook naartoe gewerkt en we wisten dat de financiering een keer zou ophouden.”

Dat de sector op eigen benen staat is duidelijk. In 2011 heeft de biologische legpluimveehouderij een groei van 30 procent doorgemaakt, uitkomend op rond de 1,7 miljoen biologische hennen in Nederland. Ook kwalitatief zijn er stappen gezet. “Maar er blijven voldoende uitdagingen over voor verdere ontwikkeling van de sector. Niet zozeer in de groei maar meer in de controle van uitloopgebonden dierziektes zoals laagpathogene vogelgriep en Coryza. Ook met betrekking tot de inrichting van de uitloop en het gebruik ervan door de kippen kunnen we nog veel verbeteren. Sommige kippen gebruiken namelijk niet de gehele uitloop en niet alle uitlopen hebben beplanting en beschutting”, aldus Van Deelen. De verplichting om straks 100 procent biologische grondstoffen te gebruiken, zien veel biologische pluimveehouders ook als knelpunt.

De komende tijd gaan de pluimveehouders op eigen benen verder in een aantal studiegroepen. Het doel is om bij elke studiegroep minstens één BPV lid te hebben zodat de uitkomsten van de studiegroepen verder gecommuniceerd kunnen worden naar belanghebbenden in de sector. Per studiegroep wordt bepaald welk thema opgepakt gaat worden. “De financiering hebben we niet meer dus dat moet vanuit de pluimveehouders zelf komen, maar het gaat gelukkig niet om grote bedragen”, aldus de BPV-voorzitter.