PluimveeOpinie

Biologisch lift mee op succes intensief

Veel, zo niet alles, heeft de biologische pluimveehouderij aan de intensieve pluimveehouderij te danken.

Of het nu gaat om de uitgekiende pluimveefokprogramma’s of om de kwaliteit van het voer, het komt uit de intensieve hoek. Vaccins, medicamenten, hokinrichting, stallenbouw: een eindeloze lijst van ook voor elke biopluimveehouder onontbeerlijke zaken wordt met plezier geleverd. De biosector doet het wel voorkomen dat hij vernieuwend is, maar in feite is oude wijn in een nieuwe zak gedaan.

Gedurende de tweede helft van de vorige eeuw zijn de kippen naar binnen verhuisd, en niet zonder reden. De pluimveehouders van toen zagen de gezondheidsproblemen snel minder worden na het afschaffen van de uitloop. De wederopstanding van de uitloopcultuur is jammer genoeg een gedeelde zegen voor pluimveeartsen en universiteiten. De dierenartsen kunnen ruime marges maken op de sterk toegenomen vraag naar vaccins, wormmiddelen en andere medicamenten. De studenten diergeneeskunde kunnen nu weer in de praktijk ziektebeelden onderzoeken die in ons land allang uit het zicht waren. Om er eens een paar te noemen: blackhead (histomoniasis), vlekziekte (Erysipelothrix r.), worminfecties en natuurlijk last but not least, vogelgriep (aviaire influenza).

Verder betekent het houden van uitloopkippen een groot risico op vervuiling met dioxines, pcb’s, mycotoxines, DDT en andere giftige stoffen als lood en kwik. Ook worden bij de biologische kippen vele malen vaker besmettingen met campylobacter en salmonella vastgesteld. Logisch, omdat ze buiten lopen. Wanneer we kippen binnen houden is 3 tot 4 procent uitval normaal, bij de biologische kippen is 10 tot 20 procent heel gewoon. Vaak en langdurig medicineren bij de hierboven genoemde problemen is de regel. Sommige biosektes staan een medicijnbehandeling van zieke kippen niet toe. De consument kan dan van twee kwaden de beste kiezen, weet wat u eet.

 

Een halve eeuw teruggezet

De biosector moet zich wel realiseren dat hij nauwelijks iets van economische waarde toevoegt aan de samenleving. Hij kan alleen groeien door gebruik te maken van alle door ons betaalde innovaties en technieken. Zonder de intensieve pluimveehouderij worden de biologische kippen een halve eeuw teruggezet in de tijd, wat zonder twijfel einde verhaal betekent. Tegelijkertijd is de sector een tikkende tijdbom. Als dankzij de uitloopkippen weer eens hoogpathogeen vogelgriepvirus opduikt zijn de rapen gaar. Weer heel veel schade, die de intensieve sector gaat betalen. Het vaccin tegen de vogelgriep mogen wij ook financieren.

Een beetje respect voor onze intensieve pluimveetak is toch wel het minste wat we mogen verwachten van onze collega’s. Een ophokplicht gedurende bepaalde tijden van het jaar zou als vanzelfsprekend door de biologische hoek zelf moeten worden ingesteld. Dat het niet gaat gebeuren voelen wij op onze klompen aan. U weet ook waarom: de biologische pluimveesector is zelfingenomen, duldt geen kritiek, heeft de waarheid in pacht gekregen, en zou o zo graag belangrijk worden in pluimveeland, met alle rampzalige gevolgen van dien.