‘Anders voeren in voordeel koe én kalf’

Melkkoeien moeten tijdens de droogstand goed worden gevoerd met eiwitrijk voer, en niet met een karig rantsoen, zoals nu vaak wordt aanbevolen.

Ook veel voeren met zetmeelrijk product direct na het afkalven moet worden vermeden. Dit zei dierenarts Kees Peeters uit het Twentse Bornerbroek tijdens een symposium van ABN Amro op de Wereld Zuiveltop in Rotterdam.

Peeters stelt dat de adviezen zoals die nu vaak worden gegeven door veevoerbedrijven wel goed zijn voor de voerverkopen en voor de dierenarts (want die krijgt extra werk door deze adviezen), maar dat ze funest zijn voor zowel de koe als voor het kalf.

Drachtige koe en kalf lijden honger

Krap voeren tijdens de droogstand leidt er volgens Peeters toe dat drachtige koeien, en meer nog het kalf in de baarmoeder, honger lijden. Gevolg is dat het kalf zich niet goed ontwikkelt en dat de koe ook nog eens moeilijk afkalft. Door het hongerrantsoen lijden de kalveren volgens Peeters op twee manieren schade: de kalveren komen te licht ter wereld en ze hebben op latere leeftijd meer vruchtbaarheidsproblemen. Dat komt volgens hem vooral omdat de zogenoemde eilandjes van Langerhans zich bij de kalveren niet of onvoldoende ontwikkelen. Peeters: “Zulke kalveren kun je dus beter direct wegdoen, maar dan zit je nog met een probleem. Want VanDrie heeft gelijk. Kalveren die te licht ter wereld komen, willen nooit meer.”

Ook veegde hij de vloer aan met het advies om nieuwmelkte koeien een zetmeelrijk rantsoen (bestendig zetmeel of niet) te geven. Het risico van pensverzuring wordt er alleen maar groter van, stelt hij.

Droogstand is volgens de dierenarts wel goed, want het helpt het celgetal te beheersen, maar een drachtige koe moet ook weer niet te veel rust krijgen.