Agrico wijzigt financiering coöperatie

Agrico wijzigt de financiering van de coöperatie. “Het geeft ruimte om te investeren. Het is in het belang van de actieve telers en hun opvolgers.”

Afgelopen boekjaar was lastig voor de pootgoedhandelshuizen. Door de lage prijs voor consumptieaardappelen in Europa, kochten de telers minder pootgoed. De afzet overzee steeg onvoldoende om de tegenwind in Europa te compenseren. Coöperatie Agrico moest de leden deze week dan ook melden dat de omzet 12% is gedaald naar €236 miljoen. Het bedrijfsresultaat zakte van €4,1 miljoen in 2013/2014 naar €1,3 miljoen afgelopen boekjaar. Het nettoresultaat kwam uit op €511.000 tegen €2,8 miljoen het boekjaar ervoor.

Gelukkig voor de leden betaalde Agrico afgelopen najaar voor het eerst in de geschiedenis een nabetaling van €3 miljoen, vanwege meevallers. De resultaten zijn geen aanleiding de afzetstrategie te wijzigen, zegt directeur Jan van Hoogen. “Het lopende boekjaar verwachten we juist een stijging van de afzet in Europa en een kleinere afzet overzee. We spreiden onze afzetmarkten om de risico’s te beperken.”

Ledenfinanciering

Wat wel wijzigt bij Agrico, is de financiering van de coöperatie. Daar is de ledenraad mee akkoord gegaan. De wijziging houdt in dat het vermogen niet langer op naam van de leden wordt gesteld via certificaten, maar uitsluitend ‘in de dode hand’ komt, dus niet op naam. Daarnaast kunnen de leden vanaf 2016 geld in de coöperatie steken via achtergestelde leningen.

Agrico had eind boekjaar 2014/2015 een vermogen van €31,4 miljoen. Daarvan zit nu nog €4,9 miljoen in ledencertificaten. Agrico betaalde afgelopen boekjaar €2 miljoen aan de leden terug. De rest wordt de komende jaren terug betaald.

Het vermogen wordt ieder jaar aangevuld uit het resultaat. Het bestuur bepaalt hoe groot de financiële buffer moet zijn. Om aanvullend vermogen aan te trekken, start Agrico met een ledenfinanciering. Leden kunnen geld voor vijf jaar vastleggen bij de coöperatie, tegen een rente die is gebaseerd op de Euribor en de rente op de kapitaalmarkt. Volgens Agrico ligt de rentevergoeding voor het gestorte kapitaal momenteel op ongeveer 2,3 procent. Ieder lid mag maximaal €100.000 aan de coöperatie lenen. De minimale storting is €500.

Ruimte om te investeren

De ledenraad wil het vermogen niet op certificaten zetten, zegt Van Hoogen. “Je ziet dat vermogen dan langzaam verschuift van actieve telers naar ex-telers. Dat wil de ledenraad niet. Deze financieringsvorm geeft de coöperatie de ruimte om te investeren, terwijl het vermogen ten goede komt aan de actieve telers en hun toekomstige opvolgers.”

Lees ook: Omzet Agrico 12% lager.