RundveeNieuws

Advies: verspreid kalversector over Europa

Utrecht – De kalversector zou zich meer over Europa moeten verspreiden om de risico’s op insleep van dierziekten te verkleinen. Dat adviseert het Platform Landbouw, Innovatie en Samenleving (LIS) in een studie naar landbouw-gerelateerde infectieziekten.

De kalversector vormt met de importen van kalveren een structureel risico voor de diergezondheid, vindt voorzitter Wouter van der Weijden van LIS. “De kalversector is in veel opzichten een voortreffelijke sector, als je bijvoorbeeld kijkt naar de wijze waarop het mestprobleem is opgelost en hoe de sector het dierwelzijn verbetert. VanDrie is een prachtig bedrijf. Maar met de importen van dieren uit heel Europa vormen ze een groot risico voor de eigen sector, maar ook voor de melkveehouderij, varkens, schapen en geiten. Het risico van deze importen is, hoe zorgvuldig je het ook doet, te groot”, zegt Van der Weijden.

Om insleep van ziekten te voorkomen adviseert LIS twee maatregelen. LIS denkt in de eerste plaats het aantal aanvoeradressen per ronde te begrenzen. Een tweede optie is de vleeskalversector te stimuleren de Nederlandse slachterijen en vleeskalverbedrijven te splitsen en zich verspreid over Europa te vestigen. “Het zou goed zijn als Nederlandse kalverhouders naar Polen verplaatsen om het vak aan boeren daar te leren. Kalveren houden is een moeilijk vak, waar we in Nederland heel goed in zijn. Maar het maatschappelijke belang om geen dierziekten in te slepen is heel groot”, zegt Van der Weijden.

Jaarlijks worden 1,5 miljoen kalveren aangevoerd in de Nederlandse kalversector. Hiervan worden 860.000 dieren geïmporteerd uit dertien landen. In 2001 kwam het MKZ-virus via kalvertransporten in Nederland en vorig jaar zijn 3.000 tot 4.000 kalveren omgekomen door BVD type 2.

Maatregelen die de sector zichzelf oplegt, zoals dubbele reiniging en ontsmetting van vrachtwagens en niet importeren van dieren uit gebieden waar nu Afrikaanse varkenspest is geconstateerd, zijn volgens het LIS niet voldoende. “Je kunt de auto’s wel ontsmetten, maar de dieren komen alsnog”, zegt Carin Rougoor van LIS.

Naast de kalversector vormt ook de paardensector een risico, omdat in deze sector heel veel transporten van dieren zijn en het I&R systeem van paarden onvoldoende wordt gehandhaafd.

LIS adviseert daarnaast om meer onderzoek te doen naar de overdracht van plantenziekten naar mensen en dieren en om het contact tussen de veterinaire en humane gezondheidszorg te verbeteren om eventuele bijzonderheden vroeg te detecteren.

LIS is een onafhankelijke onderzoeksgroep, die gefinancierd wordt door het ministerie van Economische Zaken.

Ger Koopmans, voorzitter van LTO Kalverhouderij vindt de redenering van LIS kletskoek. “De redenering is gebaseerd op een nulrisicosamenleving. Dan moet je ook mensen gaan verbieden om op vakantie te gaan naar landen waar ziekten heersen die we in Nederland niet hebben”, zegt Koopmans. Het verplaatsen van de kalversector naar andere landen kan volgens Koopmans niet zomaar. Hij wijst op het hoge kennisniveau en de goede infrastructuur van de Nederlandse kalversector. “We stellen als sector zeer hoge eisen aan de productie. Nergens ter wereld zijn de eisen zo hoog. En als er problemen zijn, lossen we die op.”

Beheer
WP Admin