Aantal melkveehouders in Nederland duikt onder de 14.000

Het aantal melkveehouders in Nederland is gedaald naar 13.910. Dit blijkt uit de eerste cijfers van de landbouwtelling 2024 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Ten opzichte van de eeuwwisseling is het aantal melkveehouders in Nederland meer dan gehalveerd: in 2000 was nog sprake van 29.470 melkveehouderijen.

In lijn van de afname van het aantal bedrijven loopt ook het aantal melkkoeien terug. Dit voorjaar liepen er 1,54 miljoen melkkoeien, 29.110 minder dan een jaar eerder. Met dit aantal koeien groeit de gemiddelde bedrijfsomvang met een koe naar 111 melkkoeien. De jongveestapel kromp het afgelopen jaar met ruim 24.000 naar 967.640, waarbij de grootste daling voor rekening van het vrouwelijk jongvee jonger dan een jaar komt.

Minder dan miljoen vleeskalveren

Ook het aantal vleeskalverbedrijven loopt terug, te weten met 210 bedrijven naar een totaal van 1.320. Deze daling is vrijwel gelijk verdeeld over bedrijven met blankvleeskalveren en rosévleeskalveren. Het totaal aantal kalveren lag bij de telling voor het eerst sinds 2018 onder de 1 miljoen. In de rosékalverhouderij stonden 323.240 kalveren, in de blankvleeskalverhouderij 600.800.

Met name in de blankvleeskalverhouderij werden minder kalveren geregistreerd, te weten 72.600. Naast de terugloop in het aantal bedrijven speelt hier ook een deel leegstand op bedrijven een rol. Voorgaande jaren liep het aantal blankvleeskalveren niet zo hard terug.

Opvallende groei stierenhouderij

Over de gehele linie daalt het aantal rundveebedrijven, met als uitzondering de vleesstierenhouderij. De afgelopen decennia liet deze sector een stabiele tot licht dalende lijn zien. De laatste twee jaar is er sprake van een stijging. Afgelopen jaar telde het CBS 5.200 vleesstierhouders, 200 meer dan een jaar eerder en in 2023 was er ook al een toename van 140 bedrijven. Het aantal stieren groeide de laatste twee jaar van 12.410 naar 14.920.