Boerderij
Zo ging het toen: dons, vlees en eieren
Deze foto is genomen in 1959. Te zien is een bescheiden boerenerf dat niet verhard is. Rechts een goedgevulde hooimijt en in het midden een weitje met een koppeltje ganzen.
Veel boeren hielden die dieren voor erbij. Het waren prima ‘waakhonden’ en ze leverden vlees en eieren. Veel daarvan was voor eigen gebruik. Op de foto is geen sprake van ganzenhouderij. Dat kwam overigens wel voor. Het ging daarbij om het dons. Vier keer per jaar werden de vogels geplukt.
In Drenthe en Overijssel waren er streken waar specifiek voor de export vleesganzen werden gehouden. In Twente was er zelfs een speciaal ras voor gefokt: de Twentse Landgans. Met veel vleesaanzet en een verfijnde smaak was dit ras bij de Britten populair als kerstgans. Het was echter een hele toer om de beesten daar te krijgen. Tot 1900 was er immers nog geen goed dekkend transportnetwerk.
Ganzen moesten zelf lopen
En dus moesten de vogels veelal zelf lopen. Verzamelen gebeurde op de zogenoemde ganzenmarkten. Vanaf daar namen ganzenhoeders de dieren te voet mee naar de havens van Rotterdam. De bedoeling was dat de dieren onderweg nog zoveel gras vraten, dat ze zelfs tijdens die enorme wandeling nog vlees aan zouden zetten.
Topjaar was 1887, toen er 60.000 ganzen op de boot gingen. In de Eerste Wereldoorlog kwam de ganzenhandel echter stil te liggen. Nadien was er wel enig herstel, maar echt floreren deed de houderij niet meer. Na de Tweede Wereldoorlog was het zelfs helemaal gebeurd.
In de rubriek Zo ging het toen gaan we terug in de tijd. Boerderij bestaat al meer dan 100 jaar en aan de hand van foto's uit het archief kijken we naar de agrarische sector in de vorige eeuw. Benieuwd naar meer historie? Check het dossier Zo ging het toen.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht