‘Ze wilde niet bij haar schoonouders inwonen’
Zijn ouders werkten er rustig naartoe om het bedrijf los te laten. Daarna trokken Liesbeth en Jaco in de boerderij.
Bekijk meer foto’s onderaan het artikel.
Jaco
“Toen ik zestien was, wist ik dat ik eigen baas wilde worden. Of aannemer, óf boer. Het werd boer en ik koos voor de opleiding in Dronten in plaats van Wageningen, omdat je in Dronten echt boer wordt. De klasgenoten die ik daar kreeg, hadden thuis in het bedrijf al veel meer meegedraaid, ze waren veel verder dan ik. Ik had vooral veel gesport. Ik was ook de enige bioboer, door mijn vader. Via discussies met mijn klasgenoten heb ik me er verder in verdiept.
Toen ging het van ‘bio lijkt me wel wat’ naar ‘dit is wat ik wil’. Ik had het geluk dat mijn vader al was overgeschakeld naar een biologische melkveehouderij, anders had het niet gekund. We zijn best groot en door de grotere schaal kun je weer meer doen.
Doordat ik het bedrijf overnam, was er voor Liesbeth maar één optie: hier komen wonen. Mijn eerste plan was dat we in het achterhuis zouden gaan wonen, maar Liesbeth zei nee. Ze wilde niet bij haar schoonouders inwonen. Wij hebben in overleg met mijn ouders afgesproken wanneer ze eruit zouden gaan. Ze hebben in acht jaar toegewerkt naar de overdracht. Zij kregen de tijd om zich los te maken en er kwam ruimte voor Liesbeth. Pas sinds we hier wonen, bemoeit ze zich met het bedrijf.
Een traditionele taakverdeling past het beste bij ons
Toen ik twee jaar geleden moest revalideren van een operatie en in huis moest blijven, ruilden we van werk. Het bleek dat het combineren van alle taken die zij doet, met de kinderen erbij, mij niet goed afging. Vandaar dat wij een traditionele werkverdeling hebben. Wij staan overal voor open, maar ervaren dat dit het beste bij ons past. We vullen elkaar goed aan.
Als er eens iets is, dan zet Liesbeth een stap naar voren en ik doe een stap naar achteren. Ik reageer als de binnenvetter die ik ben, Liesbeth is degene die aan de bel trekt en gaat praten. Dat zag je bijvoorbeeld ook bij onze reactie tijdens de boerenprotesten. Liesbeth zei: ‘We gaan!’ Ik keek eerst de kat uit de boom.
We gaan er af en toe tussenuit, ik ben blij dat we dat kunnen doen. We kennen elkaar via het polsstokverspringen en die sport is nog steeds ontspanning voor ons. Jaarlijks ga ik met een vriendengroep naar een meerdaagse wedstrijd. We bezoeken ook festivals, zoals Opwekking in Biddinghuizen. Recent heb ik met vrienden een leuk vaderweekend gehad, zonder vrouwen maar met kinderen.”

Liesbeth
“Ik kom uit Benschop waar mijn ouders een gemengde veehouderij hadden. Jaco en ik hebben eerst acht jaar in Woerden gewoond. In die tijd werkten mijn schoonouders ernaartoe om het bedrijf los te laten. We verbouwden de boerderij, voor we erin trokken. Er kwam ook een kantine voor het personeel. Dat is fijn voor hen en fijn voor ons. Bij mijn schoonouders zat iedereen in hun keuken aan de koffie. Ze werkten buiten de deur en als ze thuiskwamen, konden ze eerst gaan opruimen.
Vroeger overwoog ik om de veehouderij in te gaan, maar ik koos voor de creatieve branche. Daar heb ik ook met plezier in gewerkt. Hier op de boerderij vulde het gat zich met wat anders. Ik ben geen carrièretijger en kan mijn creativiteit hier ook kwijt. Ik vind het leuk dat we een boerderij hebben. Biologisch boeren was ik niet gewend, maar ik vind het fijn dat we het samen met de natuur kunnen doen. Je kunt alleen biologisch zijn als het wordt betaald. Het past hier, wij wonen dicht bij de stad. Voor stedelingen is het aantrekkelijk om lekker dichtbij boodschappen te kunnen halen bij een bioboer.

Ik ga over de winkel, de vakantiehuisjes en de paardenstalling. Ook ben ik het aanspreekpunt voor de verhuur van de zorgruimten. Binnenkort openen we een melktap. Ik regel alles voor de opening, waarvoor de burgemeester komt. Ondanks de leuke neventakjes is het melkvee wel echt onze hoofdtak.
Ik ben de praktische en hij is de strateeg van ons tweeën
We hebben een traditionele werkverdeling. Ik doe de toko in huis en Jaco doet het melkvee achter. We springen voor elkaar bij. Op donderdag melk ik, dan kookt Jaco en legt hij de kinderen in bed. De bedrijfsvoering doen we samen. Het is een uitdaging voor mij dat ik net vijf jaar om de hoek kom kijken en hij het al dertien jaar doet. Steeds als ik denk dat ik het in de vingers heb, is er een nieuw project. Daarbij is hij hbo en ik mbo, ik ben de praktische en hij is de strateeg van ons tweeën. Hij verzint een plan en ik denk: dat gaat in de praktijk niet passen.
Ik vind het gezellig dat we elkaar de hele dag zien. Het lijkt me niet leuk om een partner te hebben die je veertig uur per week niet ziet. Dat er bij ons altijd mensen op het erf zijn, gaat wel eens ten koste van onze privacy. Vakantie hebben we daarom wel nodig. Daar komen we gelukkig ook wel aan toe.”
Multi multi multi. Hoe zouden ze werken als ze alleen die koeien hadden? Zouden ze dan veel minder verdienen en veel meer tijd over houden? Hoeveel personeel hebben ze nu en is veel personeel fijn?