Wiersma komt alsnog met veel meer geld voor stoppers
Er gaat veel meer geld naar stoppers en waarschijnlijk minder naar innovatie en doelsturing. Dat blijkt vrijdag 29 november uit een Kamerbrief van minister Femke Wiersma over het nieuwe stikstofbeleid.
Landbouwminister Femke Wiersma trekt in de periode 2026-’30 tussen de €1,25 en 2,5 miljard uit voor een brede beëindigingsregeling. Dat schrijft ze vrijdag 29 november in een brief aan de Tweede Kamer. Dit bedrag – beter gezegd de bandbreedte – ligt aanzienlijk hoger dan de €1 miljard die Wiersma eerst hiervoor wilde uittrekken. Dat bleek eerder deze maand uit een uitgelekte conceptbrief die toen niet door de ministerraad kwam. In totaal is tussen 2026 en 2030 overigens €5 miljard voor de agrarische sector beschikbaar.
In de conceptbrief reserveerde Wiersma nog het meeste geld voor innovatie en doelsturing: €2,25 miljard. Dat bedrag komt nu hoogstwaarschijnlijk lager uit. Ook hier geldt een bandbreedte van €1,25 tot €2,5 miljard. In de Kamerbrief schrijft de minister dat de boer aan het roer komt te staan en dat er een verschuiving komt van depositie- naar emissiebeleid. Haalbare, bedrijfsspecifieke bedrijfsdoelen staan straks centraal op het boerenerf.
Gebiedsgericht natuurbeheer
Wiersma kiest daarnaast voor een gebiedsgerichte aanpak – Ruimte voor Landbouw en Natuur – op plekken waar iets extra’s nodig is. Bijvoorbeeld in veenweidegebieden, beekdalen, land rond Natura2000-gebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. Dit is nadrukkelijk een aanvullende aanpak die zeker niet overal wordt toegepast. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANlb) gaat hierin een prominente rol spelen.
Wiersma noemt voor dit ANlb drie doelen en speerpunten. Ten eerste een areaaluitbreiding van 100.000 hectare nu naar 280.000 hectare in 2032. Ten tweede beheercontracten die verlengd worden van 6 tot maximaal 20 jaar. En ten derde een periodieke indexering van de vergoedingen. Voor het ANlb is vanaf 2026 jaarlijks €500 miljoen beschikbaar. Overigens komen deze ANlb-gelden bovenop de €5 miljard die tussen 2026 en 2030 beschikbaar is voor de agrarische sector.
Minder geld voor natuur en mest
De forsere inzet op een brede beëindigingsregeling gaat financieel gezien niet alleen ten koste van doelsturing en innovatie (waarschijnlijk). Ook voor natuur en mest wordt nu minder gereserveerd dan in de eerder gelekte conceptbrief. Voor natuurbeleid is €500 miljoen beschikbaar, terwijl dat eerst €750 miljoen was. Voor mest gaat het nu om €250 miljoen en dat was in de conceptbrief nog €500 miljoen.
Onveranderd is de post ‘overige prioriteiten’. Die staat nog steeds voor €500 miljoen in de boeken. Dit geld is bestemd voor visserij, maar is ook bedoeld voor PAS-melders en de zoektocht naar een alternatief voor stikstofrekentool Aerius. In het voorjaar volgt een definitief besluit over de precieze verdeling van de €5 miljard voor de agrarische sector. De huidige bandbreedte gaat van minimaal €3,75 tot maximaal €6,25 miljard. Er zijn dus nog wel wat keuzes te maken.