‘Ik haat natuur niet, wel al die regels’
Een collega zei dat hij de natuur haat. Ik haat de natuur niet, wel al die regels.
Fantastisch, die natuur in Oostenrijk. Het glooiende landschap van Twente hebben we voor een paar dagen ingewisseld voor bergen, watervallen en idyllische dorpjes. We willen wandelen, een beetje fietsen maar bovenal volop genieten van elkaar.
We zitten in Mayrhofen op 633 meter hoogte en de eerste dag besluiten we de aanbevolen fietstocht naar het Stilluptal te volgen. We slingeren door het landschap over verharde wegen, komen langs een bijzonder stuwmeer en 19 kilometer later zitten we bij de ‘Grüne Wand Hütte’ op 1.438 meter uit te hijgen. Ook al is deze fietstocht met de elektrische fiets, het is een échte uitdaging.
Geklingel van koeienbellen
De terugweg kunnen we downhill, dat is héérlijk. Onderweg genieten we van de omgeving. Twee kilometer later, bij een bruggetje, is Luc even het elektrische hekje aan het checken. ‘Kijk, superhandig!’
Als we weer verder willen fietsen, blijkt dat hij een lekke band heeft. Balen. De eerstvolgende boer zit op één kilometer afstand. Het is een idyllisch plekje, een beetje een rommel, en een plaksetje heeft hij niet. Dus wandelen we, met de fiets aan de hand, verder. Het wandelpad loopt direct langs het water en is spiksplinternieuw.
We horen het geklingel van de koeienbellen en moeten regelmatig een poortje openen omdat er op sommige plekken Fleckvieh staat. ‘Dit is dus wat ze in Twente willen’, zeg ik tegen Luc. Degene die de regels bedacht heeft in Nederland heeft vast inspiratie opgedaan in Tirol. Glooiend landschap, drinkbaar water en toeristen. Het aantal boerderijen is op dit stuk op de vingers van een hand te tellen.
Natuur is fantastisch
Als we een paar dagen later Tux bezoeken, zien we dat er boeren mest bovengronds aan het uitrijden zijn. Ze spuiten het zo de berg af en dat stinkt behoorlijk. De koeien lopen in het water van een beekje om af te koelen. Het is namelijk snikheet. Op een steen zit een toerist te genieten van het uitzicht. ‘Help me herinneren dat ik niet van dit water drink’, zegt Luc. En ik denk: zo ziet het er in Twente over tig jaar ook uit. We melken de toeristen uit, in plaats van koeien.
Tijdens een van de LTO-fietstochten in Deventer zei een boer onlangs tegen ons: ‘Ik ben boer, dus ik haat natuur.’ Dat ben ik niet met hem eens. Natuur is fantastisch en het is bijzonder om er als mens in te kunnen wonen en werken zoals bij ons in Twente. De natuur haat ik niet, wel de regels en de toekomstonbestendigheid. We haten de onzekerheid omtrent de Kaderrichtlijn Water, Beken en Beekdalen, Natura 2000 en het zoveelste Nederlandse actieprogramma betreffende de nitraatrichtlijn.
Misschien moeten we net zoals de terreinbeherende organisaties onze eigen wensgedachte nog meer uitdragen. Wat die is? Een boer wil gewoon verder boeren zonder dat hij de hele tijd gestigmatiseerd wordt.