‘Veilig werken op het boerenerf: arbeidsmigranten en jongeren’
De Arbeidsinspectie bracht maandag nieuwe cijfers naar buiten over het aantal dodelijke slachtoffers en bedrijfsongevallen in de verschillende sectoren. Er waren vorig jaar in totaal 2.386 ongevallen en 69 dodelijke slachtoffers. Van degenen die een ongeval kregen, liep bijna een vijfde blijvend letsel op. Die cijfers zijn ernstig en tegelijkertijd redelijk vergelijkbaar met die van de jaren ervoor.
De landbouw blijkt een van de meest risicovolle sectoren om in te werken, tenminste, relatief gezien. In 2023 waren in de agrarische sector 85 bedrijfsongevallen op 100.000 banen. De enige twee sectoren waar per 100.000 banen meer ongevallen gebeurden, waren waterleidingbedrijven en afvalbeheer en bouwnijverheid. Qua dodelijke slachtoffers is er een sector waar het relatief gezien vaker misgaat dan in de landbouw: waterleidingbedrijven en afvalbeheer. In de industrie zijn bijvoorbeeld per 100.000 banen vier keer zo weinig dodelijke slachtoffers als in de landbouw.
Kwetsbare groepen
Deze cijfers zijn nieuw, maar de uitkomst is dat niet. Eerder dit jaar brachten Arbo-adviesdienst Stigas en de Arbeidsinspectie ook al nieuws over de risico’s in de landbouw naar buiten. Vooral rijdende machines, trekkers, heftrucks en zeker shovels, blijken een groot risico. Op afstand gevolgd door vallende voorwerpen, dieren en al dan niet draaiende machines.
In het meest recente rapport van de Arbeidsinspectie worden arbeidsmigranten en jongeren er apart uitgelicht. Zeker in de landbouw blijken ze kwetsbare groepen. Arbeidsmigranten raken veel vaker bij ongevallen betrokken dan andere werknemers, terwijl jongeren ook oververtegenwoordigd zijn. Die laatste groep maakt slechts 9% van het werknemersbestand uit, maar is bij 23% van de bedrijfsongevallen in de agrarische sector betrokken. Beide groepen verdienen aandacht.