Veestapel blijft onder fosfaat- en stikstofplafonds

De fosfaat- en stikstofproductie van de totale Nederlandse veehouderij bleef in 2020 onder de plafonds voor fosfaat en stikstof. Dat blijkt uit nieuwe CBS-cijfers.

Ieder jaar becijfert het CBS de fosfaat- en stikstofuitscheiding van de veestapel. Dit is van belang voor de aan Nederland verleende derogatie op de bemestingsnormen.

Samenstelling veevoer

De stikstofproductie was afgelopen jaar gelijk aan die van een jaar eerder. De fosfaatproductie daalde wel, met 3,1% ten opzichte van 2019. Dat de fosfaatproductie wel daalt maar de stikstofproductie niet, heeft te maken met de samenstelling van veevoer en de verhouding waarin koeien gras en mais gevoerd krijgen.

Meer stikstof door melkveehouderij

De melkveehouderij ging als enige deelsector over één van de sectorale plafonds heen in 2020. Melkkoeien en het bijbehorende jongvee scheidden vorig jaar 286,5 miljoen kilogram stikstof uit, 2,4% meer dan in 2019. Het stikstofplafond van de melkveehouderij bedraagt 281,8 miljoen kilogram.

Voor de cijfers die naar Brussel gaan, wordt echter gerekend met gemiddelde stikstof- en fosforgehalten van gras en mais over de laatste vijf jaar. De jaren met de hoogste en de laagste gehalten worden dan buiten beschouwing gelaten. Met deze correctie is de stikstofproductie gelijk aan het plafond.

De fosfaatproductie van de melkveehouderij ligt inmiddels een flink stuk onder het plafond, met een productie van 73,6 miljoen kilogram in 2020 ten opzichte van een sectoraal plafond van 84,9 kilogram.

Minder stikstof en fosfaat in varkenshouderij en pluimveehouderij

In de varkens- en pluimveehouderij bleef alles onder de sectorale plafonds. In de varkenshouderij daalde zowel de stikstof- als fosfaatproductie, omdat minder dieren werden gehouden in 2020. De stikstofuitscheiding van de varkenssector daalde in 2020 met 1,9 miljoen kilogram (1,9 procent) naar 91,8 miljoen kilogram. De fosfaatuitscheiding nam af met 0,1 miljoen kilogram en bedroeg 36,7 miljoen kilogram.

Ook in de pluimveehouderij en de categorie overige dieren (paarden, schapen, geiten, pelsdieren en konijnen) daalden de fosfaat- en stikstofproductie. In de pluimveesector daalde de stikstofuitscheiding met 2,4 procent naar 55,5 miljoen kilogram, en de fosfaatuitscheiding met 4,1 procent 24,7 miljoen kilogram.